Op vijf minuten loopafstand van station Amsterdam Centraal, opende recent café-restaurant No Nonsense. Bier kost er nog geen €3, een kom soep €6 en een hoofdgerecht voor €15 per persoon. Hoe slagen de ondernemers – drie vrienden van Hotelschool Maastricht – erin om in het centrum van Amsterdam zulke prijzen te hanteren? En dat terwijl de zaak is gevestigd in een compleet gerenoveerd pand met nieuw interieur. “Ons netwerk hielp ons bijna letterlijk door elke deur”, vertelt mede-eigenaar Jochem Becker.  

Hoe lopen de zaken sinds de opening in september 2025?  “Vanavond hebben we 35 man op de wachtlijst staan, dus we zijn heel erg tevreden”, vertelt Jochem Becker. Het is vrijdagmiddag en de voorbereidingen voor het diner zijn in volle gang. Bij No Nonsense, aan de Geldersekade 5, kan je terecht voor ontbijt, lunch en diner. “Dat we ook in de ochtend open zijn, brengen we nu onder de aandacht bij omringende hotels zonder ontbijtservice”, vertelt Becker. “Op dat punt zien we kansen.” 

Foto's door: Lars Verkroost, Studio Soon

Gat dichten tussen kroeg en restaurant

Met No Nonsense willen Jochem Becker (30), Ivo van Rijmenam (29) en Job Batstra (31) in het gat springen tussen kroeg en restaurant. De grote ronde bar met natuurstenen blad is de blikvanger. Een lange zitbank, teakhouten stoelen, ronde tafeltjes en barkrukken zorgen voor een gezellige, warme sfeer. De inrichting is gedaan door door Horeca Sfeermakers in Vlaardingen. Het oogt luxe, maar met de sfeer van een cafe. “Dat is ook precies wat we willen uitstralen”, vertelt Becker. “Chique looks, maar geen chic gedoe”, zo vat hij samen. “We zijn geen studentencafé, maar een plek waar borrelen en eten naadloos in elkaar overlopen. De service is voor ons het allerbelangrijkste en het eten moet kwalitatief goed zijn. Zonder poespass en betaalbaar. Dat kan nog steeds, ook in Amsterdam.”

"Zonder ons netwerk hadden we nooit kunnen openen met zo’n scherpe begroting"

Hij vervolgt: “Dit is een plek waar je binnenloopt voor een espresso van €1 aan de bar, spontaan blijft hangen voor een caesarsalade of ravioli van €15, maar waar je ook nog een fluitje bestelt voor €2,90.” De bar is niet alleen een eyecatcher, maar ook een slim logistiek middelpunt. “We hebben gezocht naar een efficiënte inrichting. Zowel de bar als het servicemeubel staan midden in de zaak, waardoor je in je eentje in principe 17 gasten kan bedienen.”

 

No Nonsense in cijfers

  • Gemiddelde besteding per gast: €40 bij diner

  • Jaarlijks omzetdoel: €1+ miljoen voor 2026

  • Keukenpercentage: 30%

  • Personeelspercentage: 30%

  • Omzet: 50% eten, 50% drinken

  • Zitplaatsen: 70

Selectie van de kaart:

  • Ontbijt: Broodje ei, yoghurt met fruit en granola en verse jus: €12,50

  • Lunch: Stokbroodje bal van slagerij Koopman: €8

  • Diner: Kibbeling met huisgemaakte ravigottesaus: €12

  • Zoet: Appeltaart: €6 

  • Borrel: bitterballen €7, olijven €4, half dozijn pils (6 fluitjes): €17  

Van kookclub naar eigen zaak

De weg naar No Nonsense begon niet met een businessplan of marktonderzoek, maar ontstond tijdens een avond met de kookclub van de voormalig studiegenoten. Toen kwam opnieuw de jongensdroom van een eigen horecazaak op tafel. “Inmiddels hadden we allemaal een kantoorbaan, maar het ondernemerschap in de horeca bleef lonken.” Ze besloten de koe bij de hoorns te vatten. Becker belde de volgende dag direct met zijn zwager die in de Amsterdamse vastgoedwereld werkt. “Alleen met de vraag of hij zijn ogen open wilde houden voor ons, maar het toeval wilde dat hij de sleutel van dit pand – dat nog niet op de markt was gezet – op kantoor had liggen.” Het pand aan de Geldersekade zat al een tijd dicht. Hiervoor zat er een Indiaas restaurant dat na de coronalockdowns en langdurige straatwerkzaamheden failliet was gegaan.

Doordacht concept 

“Nog diezelfde week gingen we kijken. Dertig jaar lang was er nauwelijks onderhoud gepleegd. Maar de ruimte van 130 vierkante meter vloeroppervlak, met een grote opslagkelder én een kantoorruimte, had veel potentie.” Het pand is geen pijpenlaatje, maar een brede ruimte, wat in Amsterdam vrij uniek is. “Het moest zo zijn”, meent Becker. “En we wisten ook: als we nu nee zeggen, zouden we het nooit meer doen.” Het drietal zegde hun baan op en tekende kort daarna de huurovereenkomst voor de duur van tien jaar. “Het ging in één keer heel snel. Maar het concept is wel heel doordacht.” 

Becker en Van Rijmenam staan aan de voorkant van No Nonsense, Batstra in de keuken als kok. Becker werkte voorheen zes jaar bij toelevanciersvan de horeca (Maxxium Nederland en Grolsch). Batstra werkte als eventmanager voor het Rijksmuseum, en was daarvoor souschef bij café-restaurant Noorderlicht. Van Rijmenam werkte op zijn beurt in de marketing bij een IT-bedrijf. Die verschillen in achtergrond en ervaring bleek hun geheime wapen. 

Lees ook

Betaalbaar en goed eten in een knusse setting is wat nu scoort in de horeca

Wat hebben nieuwe succesformules verder met elkaar gemeen?

Netwerk betekent alles

“Ons netwerk is alles geweest”, zegt Becker. “Zonder dat hadden we nooit kunnen openen met zo’n scherpe begroting. Van de makelaar tot de notaris, via ons netwerk kwamen we met hen in contact.” Via via vonden ze ook een investeerder. “Ook dat verliep heel natuurlijk. We hebben de aflossingstermijn en de rente vastgelegd, maar voor ons was ook belangrijk dat deze stille investeerder geen mede-eigenaar zou worden. We wilden met z’n drieën zeggenschap houden over de zaak.” 

Veel van de parttime medewerkers komen uit het netwerk van Becker. “Het zijn veelal vrienden van mijn neefje, die hier op de hotelschool in Amsterdam zit.” Het bier, de wijn en de koffie worden geleverd door bekenden uit de leverancierswereld. “We willen goede producten, maar tegen een betaalbare prijs. Dankzij mijn achtergrond aan de leverancierskant snap ik het spel van marges. We wisten van tevoren dat we een fluitje voor onder de €3 wilden serveren en op basis daarvan zijn we de onderhandelingen ingegaan. Ik heb echt gestuurd op de verkoopprijs van ons bier in de zaak, in plaats van de prijs te bepalen aan de hand van de inkoopprijs bij de brouwer.” Uiteindelijk werd de deal gesloten met Heineken, met Brand op de tap. “Ook weer met iemand uit het netwerk. We hebben samen gestudeerd.” Becker benadrukt dat de bierprijs bij No Nonsense geen lokkertje voor gasten is. “Het is niet zo dat we over een half jaar die prijs gaan aanpassen. We moeten gewoon veel volume draaien om het rendabel te houden.”

Dat geldt ook voor het eten. “Maar gasten moeten niet het gevoel hebben dat ze snel weer moeten vertrekken. We willen juist dat ze nog even aan de bar blijven hangen. Gastvrijheid staat bij ons hoog in het vaandel.”

Lees ook

Hype gespot in Amsterdam: de bruine kroeg 2.0

Bruin interieur en een broodje pindakaas op de kaart

Slim kosten besparen

Kosten worden bespaard op de inzet van personeel, doordat ze alle drie fulltime op de werkvloer staan. “De gerechten uit de keuken zijn kwalitatief goed, maar wel zo gekozen dat we er niet een tweede geschoolde kok nodig hebben. Overdag draait de keuken op één persoon, ’s avonds op twee. Dan kunnen we het af met een extra handje.”

"We hebben onze teakhouten meubels in Indonesië laten produceren, omdat dit veel goedkoper was"

De lunch- en dinerkaart kennen overlap qua ingrediënten, wat scheelt in de inkoop. Ook op andere punten houden ze het basic, wat zorgt voor efficiëntie. “Iedere wijn die je bestelt, krijg je in hetzelfde wijnglas. We hebben ook maar één soort glas voor cocktails.” Een half dozijn pils (€17) wordt geserveerd in een houten etagère, waarin de bierglazen kunnen worden gehangen. “Deze draagplank ziet er tof uit – gemaakt door een vriend – maar is ook praktisch. Want lopen met een dienblad vol bierglazen is vaak spannend voor de jonge mensen waarmee we werken, deze draagtray niet.” 

“Door de uitstraling van de zaak trekken we met name een 25-plus-publiek aan: young professionals, buurtbewoners, lokale ondernemers en toeristen”, zo vervolgt Becker. “Overdag hebben we een buurtfunctie, met veel vaste gasten die komen voor koffie of een borrel, en in de avond komt de Amsterdammer eten op reservering. Vanwege de centrale ligging is ons publiek een leuke mengelmoes.”

Verbouwing als grootste struggle

Hoewel de zoektocht naar een pand en een investeerder een vliegende start kende, ging de verbouwing niet van een leien dakje. “De gemeente is echt de grootste struggle geweest. Dit is een monumentaal pand. En dus moesten we maanden wachten op de goedkeuring van onze bouwvergunning. Die werd eerst afgewezen, waarna we een aangepaste versie instuurden. Na vijf maanden wachten kregen we te horen dat we voor die aanpassing helemaal geen vergunning nodig hadden.” 

Al die tijd zaten de drie eigenaren thuis zonder baan. “Gelukkig hadden we recht op de startersregeling van het UWV. Dus aangevuld met wat eigen spaargeld hadden we wel iets om van te leven en om de eerste investeringen te doen.” Maar ze wisten ook dat er nog flink wat rekeningen betaald moesten gaan worden, dus het was best even spannend. “Vooral ook omdat verbouwingskosten vaak hoger uitvallen, dan gepland. Na een nieuwe investeringsronde konden we gelukkig weer verder.”

Becker noemt het gebrek aan expertise over de verbouwing de grootste uitdaging. “Ik vond dat de minst leuke fase. We wilden een mooi interieur voor een reëel budget, maar ondertussen hadden we vaak geen idee of iets voor een veel te hoge prijs op de offerte stond, of dat het juist een hele gunstige prijs was.” Met slimme keuzes, wisten ze uiteindelijk toch geld te besparen. “We hebben onze teakhouten meubels in Indonesië laten produceren, omdat dit veel goedkoper was.” 

Nieuw kassasysteem

Nu de zaak draait, zien de eerste cijfers er gunstig uit, vertelt Becker. “We werken met een nieuw kassasysteem van Tebi dat alle systemen koppelt. De keuken, bar, voorraad, boekhouding en online kanalen communiceren met elkaar, waardoor we realtime inzicht hebben in onze omzet en het keuken- en personeelspercentage. Daardoor kunnen we  snel aan knoppen draaien.”

 "We hebben een formule gevonden die ons in staat stelt door te groeien"

Meer zaken openen in toekomst

Over de toekomst vertelt Becker dat ze de smaak te pakken hebben qua ondernemen. “De ambitie om meer zaken te openen is er zeker, maar dat betekent niet automatisch dat er meerdere No Nonsens-vestigingen komen. We vinden ondernemen in allerlei vormen interessant; het volgende project kan een hotel zijn, maar ook een b&b, daar zijn we nog niet helemaal uit.” Ze beschikken over de perfecte achtergrond en het juiste netwerk om te kunnen uitbreiden. “We hebben een investeerder die bereid is mee te investeren in vervolgprojecten en een zwager die via zijn vastgoednetwerk op zoek kan naar een nieuw pand. Wat dat betreft hebben we een formule gevonden die ons in staat stelt door te groeien. Maar eerst moeten we zorgen dat deze zaak goed draait.”