Anti-wokers blijven hun gif spuiten via sociale media. Na eerst ‘linkse’ politici monddood te hebben gemaakt en de LHBTI-gemeenschap te hebben geschoffeerd, ligt nu de plantaardige voedselkeuze onder vuur. Weg met die veganistische en vegetarische onzin! Deugvoer is het, bedacht door een schijnheilige havermelkelite uit de grachtengordel. 

De reactionaire golf van haat die via sociale media wordt uitgestort over idealisten en wereldverbeteraars doet al een tijd zijn werk. Maar het lijkt erop dat de aanvallen harder en persoonlijker worden. Ook voeding is inmiddels opgenomen in de cultuurstrijd die Amerikaanse vormen begint aan te nemen.

Dat politici een gewilde prooi zijn is nauwelijks nieuws meer. Minister Kaag werd vanaf de start van haar ministerschap geframed als elitair. Ze is bedreigd vanwege de opvattingen van D66 over hervorming van de landbouw. Ook minderheden krijgen er steeds meer van langs. Pride-deelnemers kregen de wind van voren omdat ze zich volgens critici exhibitionistisch gedragen en hun ‘lobby’ – we praten hier over kwetsbare groepen zonder macht – te veel invloed krijgt. Ook leraren zijn aan de beurt. Recent dieptepunt is de aanval op lector Kees Klomp, voorvechter van de betekeniseconomie. Hij heeft genoeg van alle negativiteit en stopt even met sociale media: zijn veelgelezen posts op het zakelijke platform Linkedin roepen zoveel toxische reacties op dat hij het bijltje er voorlopig bij neergooit. 

Uit dezelfde poel met reactionaire haat borrelt een nieuw doelwit op. Iedereen die plantaardig eet – in het bijzonder de veganist – wordt geafficheerd als fout deugvolk dat de oorlog heeft verklaard aan het balletje gehakt en het kuiltje met jus. Weg met die nieuwerwetse eetmodes! Liever een serenade aan de schnitzel. In plaats van dat het veelal anonieme schorriemorrie publiceert over de liefde voor de Nederlandse keuken, maken ze dagelijks gehakt van de plantaardige eter. Door de molen met de lui met hun irritante voorbeeldgedrag.

Vergeten groepen

Waar komt de haat toch vandaan? Waarom wordt het idee van vooruitgang (voor een toekomst die schoner, duurzamer, gezonder, inclusiever en diverser is) zo genadeloos afgemaakt? Is de groeiende tweedeling de oorzaak? Wordt de gewone Nederlander vergeten in het vooruitgangsgeloof? Profiteert niet iedereen evenveel van een schonere, duurzamere, inclusievere en diversere wereld? Is dat de oorzaak van haat?

Dat steeds meer mensen zich in de steek gelaten voelen, wijst onderzoek uit. Uit het rapport Eigentijdse Ongelijkheid van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2023) blijkt een op drie Nederlanders kwetsbaar te zijn en te beschikken over weinig economisch, sociaal en cultureel kapitaal. Het gaat om laagopgeleide gepensioneerden (18,1%), onzekere werkenden (10%) en het precariaat (6,3%). Met die laatste groep bedoelt het SCP de meest kwetsbare sociale klasse in ons land met weinig geld, meestal zonder baan én met een zwak sociaal netwerk.

In de ogen van deze groepen zijn de bestuurlijke en politieke elites vooral bezig met het dienen van de eigen belangen en bekommeren zij zich niet meer om hen. De solidaire samenleving bestaat niet meer en met Nederland gaat het de verkeerde kant op. Vooral vertegenwoordigers van linkse partijen moeten het ontgelden - ‘links lullen, rechts vullen’ - omdat zij ooit aan kiezers een betere toekomst hebben beloofd.

Provinciaal ongenoegen

Er zijn meer redenen voor ongenoegen: de stem van de provincie waarin het gemiddelde Nederlandse witte heterostel woont, wordt niet gehoord in Den Haag, zo luidt de klacht. In de regering en Tweede Kamer zitten hoofdzakelijk hoogopgeleiden uit de stad. En die zijn bezig met het klimaat te redden in plaats van de woningnood op te lossen en migratie te beperken. Het onverwachte succes van de BoerBurgerBeweging van Caroline van der Plas tijdens de Provinciale Statenverkiezing spreekt boekdelen. De nieuwe politica kreeg overigens steun uit alle lagen van de bevolking. 

Het ongenoegen verbreedt zich opnieuw naar het voedselbeleid. Volgens de kwaadsprekers is tot overmaat van ramp dat ‘elitaire volk’ ook nog bezig om het bedrijfsrestaurant vegetarisch of biologisch te maken. En ze lobbyen dat er een vleestax moet komen. Er zijn zelfs medici en ambtenaren die vinden dat alcohol uit de sportkantine verbannen moet worden – hoe wereldvreemd ben je dan! 

“In dit gepolariseerde klimaat wint de knock-out het van de nuance”

Zie hier de cocktail van het dagelijkse nieuws, zuurstof voor de roeptoeters. Voeg daarbij dat de algoritmen extreme opinies hoger belonen dan milde commentaren, dan is het niet vreemd dat op de sociale kanalen de zoektocht naar volgers belangrijker is dan de zucht naar waarheid. Op zijn best wordt het maatschappelijk ongenoegen door verantwoordelijke politici vertaald naar redelijke plannen, op zijn slechtst wordt de onderstroom opgeblazen door volksmenners die olie op vuur als oplossing zien. In dit gepolariseerde klimaat wint de knock-out het van de nuance en draait de wind rondom een van de belangrijkste voedseltrends van de afgelopen vijftien jaar. 

Eet niet te veel

In 2008 verscheen een invloedrijk boek getiteld: In Defense of Food: an Eater’s Manifesto, geschreven door de Amerikaanse journalist en auteur Michael Pollan. Het boek bekritiseerde het dominante westerse voedselsysteem. Pollan toonde de negatieve gevolgen van ons traditionele denken over voedsel haarscherp aan – zoals verlies van biodiversiteit en de opmars van obesitas. Hij pleitte voor: Eat food. Not too much. Mostly plants.  

Zijn werk gaf vleugels aan het voortschrijdend inzicht dat er een directe relatie bestaat tussen plate and planet. En dat onze voedselkeuzes in de regel onderdeel zijn van het probleem, niet van de oplossing. Een duurzaam, gezond, plantaardig menu met zo min mogelijk ultrabewerkt fabriekseten werd Pollans oplossing. Zijn oproep aan consumenten is om minder vlees te eten omdat dit zou leiden tot minder vleesproductie en daarmee een daling van de uitstoot van CO2 en methaan. Ook hoeft er minder voer voor vee geteeld te worden: op de gronden die vrijkomen kunnen dan gewassen worden geteeld die direct geschikt zijn voor menselijke consumptie. 

De beweging stopt niet

In de jaren 10 van deze eeuw is de urgentie van Pollans pleidooi om ons westerse menu duurzamer en gezonder te maken alleen maar gegroeid. De hoeveelheid wetenschappelijk publicaties over de relatie tussen ultrabewerkt voedsel en obesitas, tussen intensieve vleesproductie en klimaatopwarming is sterk toegenomen. Er zijn legio rapporten over verlies van biodiversiteit en bodemverarming. De internationale congressen over true pricing, eiwittransitie, het verkorten van ketens en lokaal sourcen zijn talrijk en levendig. Ook bedrijfsleven en consumenten bewegen mee. Steeds vaker zie je voedselproducenten, boeren, groothandels, supermarkten, restaurantketens en zelfstandige chefs de juiste kant op innoveren om negatieve impact te verminderen. Aandacht voor minder waste, minder voedselkilometers, minder fossiel, minder uitstoot, meer plantaardig, meer lokaal. Hulde!

Het is intussen jammer dat we getuige zijn van de faillissementen van enkele pioniers in plantaardige concepten, zoals YB, Jack Bean, Nomnomnom, Seasogood, Meatless Farm en het Smaakpark. Nadere analyse leert dat de coronacrisis, hyperinflatie en rentestijging veel invloed hebben gehad op het besluit van deze ondernemingen om te stoppen: het is niet de mindere vraag geweest van consumenten naar deze producten. Integendeel.

Met andere woorden, de beweging naar een duurzamer en gezonder eten is ingezet en de enige weg voorwaarts. Voeding mag dan onderwerp zijn geworden in de cultuurstrijd, de vooruitgang gaat niet gestopt worden. En helaas voor de kwaadsprekers: veganisten en vegetariërs hebben het gelijk aan hun zijde als het gaat om verminderen van impact door voedselkeuzes. Hoe minder vlees je eet – rundvlees in het bijzonder – hoe lager je impact. 

Dat wil niet zeggen dat iedereen volledig plantaardig moet gaan eten, maar wel dat we wat vaker plantaardig kunnen eten. Gelukkig wordt dat steeds makkelijker en smakelijker. De grootste winst van de laatste tien jaar is misschien wel de enorme kwaliteitsslag in de plantaardige keuken. Veel chefs hebben zich gestort op het smakelijk bereiden van planten. Dank daarvoor! De draai naar vaker plantaardig eten gaat pas lukken als het echt heel lekker is.