Het Farmlink Project verbindt boeren met voedselbanken. Hierdoor worden miljoenen kilo's verse producten van de boerderij die anders zouden worden verspild gered, om gezinnen in nood te helpen. James Kanoff was in 2020 mede-oprichter van The Farmlink Project toen hij nog studeerde aan de Stanford University. Toen ze door de pandemie naar huis werden gestuurd, voelden Kanoff en zijn klasgenoten de drang om hun lokale communities te helpen. Tot nu toe heeft The Farmlink Project meer dan 130 miljoen kilo vers fruit en verse groenten ingezameld en afgeleverd.

Een beter voedselsysteem begint met een visie. In zijn podcastserie Food Lab Talk interviewt Michiel Bakker – Vice President of Workplace Programs REWS van Google – inspirerende veranderaars die in de voorhoede werken en zich bezig houden met urgente uitdagingen binnen het voedselsysteem. Food Inspiration zet elke maand één van deze visionairs in de schijnwerpers. Het eerste seizoen van Food Lab Talk richt zich op het verminderen van voedseverspilling, James Kanoff, medeoprichter van The Farmlink Project is te gast.

"Toen alle universiteiten begin 2020 dichtgingen, werden we naar huis gestuurd en kregen we te horen dat we binnen moesten blijven tot de storm was gaan liggen. We zagen een gezondheidscrisis voor onze ogen ontstaan. Er was zoveel gaande. Ze hadden het erover om universiteiten om te bouwen tot tijdelijke ziekenhuizen. Supermarkten hadden geen voorraad meer. Miljoenen gezinnen overspoelden de voedselbanken, moesten soms uren wachten in kilometerslange rijen en waren afhankelijk van een voedselsysteem dat niet is ontworpen om te functioneren een crisis.” 

“Tegelijkertijd waren boeren gedwongen om miljoenen kilo's vers eten weg te gooien omdat ze het niet meer konden verkopen aan scholen, hotels en restaurants die van de ene op de andere dag allemaal gesloten werden. Het voelde alsof de wereld instortte en dat we vanuit ons raam moesten toekijken hoe de wereld instortte. We wilden iets doen."

The Farmlink Project startte tijdens de COVID-19 pandemie

"Voor ons kwam dat gevoel echt tot leven bij onze lokale voedselbank. Ze deden een oproep voor hulp en zeiden dat ze ofwel meer eten nodig hadden, ofwel meer geld om meer eten te kopen. Omdat we geen geld hadden, besloten we op zoek te gaan naar manieren om aan meer voedsel te komen.We reikten hen de helpende hand en vroegen wat ze nodig hadden.Het bleek dat ze eieren nodig hadden, dus we googelden op 'boerderijen in de buurt', maakten een lijst en begonnen boeren te bellen om te zien of we een overschot konden vinden. Er waren ongeveer 150 belletjes waarop mensen nee zeiden, maar bij het 151e telefoontje had een boer eindelijk wat overtollige eieren. Hij zei dat we ze mochten komen ophalen. Daar waren we helemaal niet op voorbereid. Dus huurden we gewoon een U-Haul vrachtwagen, reden naar de boerderij in San Jose, haalden de eieren op en leverden ze af bij onze lokale voedselbank. Zo werd het Farmlink Project geboren."

Een artikel in de New York Times

"In het begin waren het alleen mijn beste vrienden, studievrienden en familieleden die zich bij het Farmlink team aansloten. Het was eigenlijk een groepje jonge mensen die dit voor elkaar probeerden te krijgen. We hadden een moeilijke start. We verwachtten dat elke boer die we belden iets te bieden zou hebben. We lazen over al die enorme overschotten, we zagen beelden van honderdduizenden eieren die elke dag kapot werden gegooid, miljoenen liters melk die werden gedumpt. Maar de boeren die we in die eerste dagen spraken hadden geen overschot te bieden. De kleinere boeren die we belden, waren goed in staat om hun processen om te gooien en hun toeleveringsketens om te schakelen.Veel mensen belden hen op met ideeën om hun producten opnieuw te gebruiken. In feite waren het de grote commerciële boeren die niet voorbereid waren op deze crisis, zij waren niet in staat om te schakelen en hadden onze aandacht nodig."

"We werden de volgende dag wakker en er stond bijna $100.000 op onze bankrekening. Dat veranderde alles."

"We maakten een post over ons initiatief op sociale media en daar kregen we reacties op. Meer mensen namen contact met de vraag hoe ze konden helpen en betrokken konden raken, omdat ze hetzelfde zagen gebeuren in hun gemeenschap. Dus organiseerden we Zoom-calls en spoorden we hen aan om boeren te bellen, contact op te nemen met lokale voedselbanken en uit te zoeken wat ze nodig hadden. Begin mei 2020 publiceerde The New York Times een artikel over de tweedeling tussen al het eten dat werd verspild en miljoenen gezinnen die naar dit afhankelijk waren van liefdadigheid en voedselbanken. The Farmlink Project erin genoemd. Op dat moment ging het echt van start. Het grappige is dat we 12 uur voor de publicatie van het artikel een kleine website hadden gebouwd. Op de site stond onze naam en een knop met 'doneer als je wilt helpen'. De volgende dag werden we wakker en stond er bijna $100.000 op onze bankrekening: het totaal van duizenden kleine donaties van vijf tot tien dollar. Dat veranderde alles. Opeens konden we vrachtwagenchauffeurs betalen, van wie velen werkloos waren door de pandemie.”

Niet alleen een pandemie-probleem

“Tijdens de pandemie sloten honderden studenten zich aan bij The Farmlink Project. Het fungeerde als een groep zelfbesturende studenten die elke week miljoenen maaltijden bezorgden door het hele land. Toen alles langzaam weer normaal werd, stelden we onszelf de vraag: 'Is dit een pandemie-probleem? Of is dit een structurele fout in ons voedselsysteem?' Toen begonnen we met boeren te praten en kwamen we erachter dat veel van het overschot dat we ophaalden niets te maken had met de pandemie. In de VS wordt elk jaar meer dan 20 miljard kilo voedsel verspild, alleen al op boerderijniveau. Dat was de voorraad die we aanboorden. Natuurlijk maakte de pandemie de voedselonzekerheid erger, maar het was al lange tijd een schaduwprobleem waar maar weinig mensen zich druk om leken te maken. Toen zeiden we tegen onszelf: we hebben een eenvoudige, bewezen oplossing. Laten we proberen het probleem structureel aan te pakken."

"Ik denk dat de fase waarin we ons nu bevinden nog spannender is dan toen we begonnen. Tijdens de pandemie reageerden we op een acute crisis, maar nu werken we aan een betere toekomst. De moonshot van Farmlink is om de overvloed aan eten voor iedereen toegankelijk te maken. In plaats van de woorden 'voedselverspilling' of 'voedseloverschot' te gebruiken, gebruiken we het woord overvloed. We willen benadrukken hoe geweldig het is dat ons voedselsysteem genoeg eten kan produceren om een groeiende bevolking te voeden. De vraag is, hoe kunnen we het voor iedereen toegankelijk maken en verspilling voorkomen?"

Tijdens de New York City Climate Week plaatste The Farmlink Project een gigantisch billboard midden op Times Square.

500 miljoen kilo eten terugwinnen

"Vandaag de dag hebben we een fulltime team van ongeveer 20 mensen die zich richten op het opschalen van Farmlink's operatie.Tot nu toe hebben we meer dan 130 miljoen kilo vers fruit en verse groenten gered en geleverd, voornamelijk in de VS, maar ook in Mexico en Canada. Ons doel is om tegen het einde van 2025 één miljard kilo vers fruit en verse groenten aan de man te brengen. Eerlijk gezegd denk ik dat dit nog maar het topje van de ijsberg is van wat er allemaal mogelijk is. Er zijn veel factoren die beïnvloeden of we ons doel zullen bereiken. Sommige kunnen ons helpen versnellen, terwijl andere ons afremmen." 

"Een van de grootste obstakels tot nu toe, is het feit dat het hele agrarische voedselsysteem draait op vertrouwen. We moeten eerst sterke relaties opbouwen met boeren en telers om hun overschotten te mogen gebruiken. We moeten komen opdagen, onze telers elke dag steunen en hen de beste, meest economisch haalbare optie bieden om met hun overschot om te gaan. Dat betekent veel boerderijbezoeken, meetings op hun boerderij, handen schudden, hen in de ogen kijken en boeren vertellen dat dit niet zomaar een hobbyproject van een paar studenten is. We moeten ook erkennen dat het veel van hen vergt. Boeren hebben vaak 10 dingen op hun to-do lijst staan en hebben maar tijd voor twee. Dat is hun dagelijkse realiteit. Om überhaupt op die prioriteitenlijst te komen, moeten we een voorstel hebben dat waardevol voor hen is."

"Het hele agrarische voedselsysteem leunt op vertrouwen."

In september 2023 won The Farmlink Project de Bill and Melinda Gates Foundation Global GoalKeepers Campaign award. Ze zijn de eerste organisatie in de VS die deze internationale prijs heeft gewonnen.

Droom groot, begin klein en groei snel

Met het Farmlink Project heeft Kanoff een beweging in gang gezet. "Iemand in ons team zei ooit: 'Droom groot, begin klein, groei snel', dat is blijven hangen. Dat is mijn advies aan iedereen die een impact wil maken of iets wil beginnen: droom groot. Bedenk iets dat de moeite waard is om aan te werken, iets dat mogelijk dingen ten goede kan veranderen. Houd die droom in gedachten, maar vergeet hem tegelijkertijd een beetje en begin zo klein mogelijk. Met Farmlink hadden we de grote droom om de overvloed aan eten voor iedereen toegankelijk te maken. Maar we begonnen klein en richtten ons op het vinden van een boerderij met een overschot en een voedselbank die voedsel nodig had en reden vervolgens met een U-Haul vrachtwagen van A naar B. Het opsplitsen in kleine uitvoerbare taken helpt je op weg. En als laatste moet je snel handelen. Tijd is je meest waardevolle hulpbron, dus je kunt maar beter nu beginnen."

"Als ik nadenk over de impact van Farmlink in de toekomst, geloof ik eigenlijk helemaal niet dat het zal gaan over de maaltijden die we hebben geleverd. Ik denk dat het gaat over wat de studenten die zich bij ons hebben aangesloten over 10 tot 15 jaar gaan doen. Misschien gaan ze wel naar het USDA, het Wereldvoedselprogramma, beginnen ze hun eigen Farmlink projecten, non-profitorganisaties of organisaties met winstoogmerk. En ik vertrouw erop dat dat echte verandering teweeg brengt. Het is niet het eten dat we gered hebben, dat is slechts een manier om mensen te inspireren om actie te ondernemen en dat te blijven doen. Dat vermenigvuldigingseffect is waar ik het meest enthousiast over ben."