De bekendste netwerker van de horeca heeft zwarte sneeuw gezien. Maar het faillissement van zijn bedrijf Mise en Place bracht hem ook waardevolle inzichten. “Ik sta weer met beide benen op de grond.”

Foto's door: Rahi Rezvani

Charly van Goch, oprichter van Mise en Place, actief in zes landen met een jaaromzet van 80 miljoen euro. In het jaar 2020 – het jaar waarin hij 50 werd, liep het anders dan gepland. Mise en Place Nederland – de werkmaatschappij – ging failliet. Het bedrijf waar Charles 26 jaar lang aan had gesleurd. 100 uur per week, zeven dagen lang, hield ineens op te bestaan. 

Adrenaline

‘Positivist tot in de kist’ was zijn levensmotto, maar zelfs zijn optimisme bezweek onder de immense druk die ontstond na het besluit te stoppen. Curatoren uit Nederland en Duitsland stonden ineens op de stoep. Schuldeisers klopten op de deur. Er werd afscheid genomen van medewerkers, lastige gesprekken werden gevoerd met compagnons. “Ik draaide die weken op adrenaline.” Toen de storm enigszins ging luwen, brak voor Van Goch een inktzwarte periode aan waarin hij het niet meer zag zitten.

Rancune

Mede-directielid van de Mise en Place-groep Stephanie van Oorschot trok hem door het dal heen. Hoewel ze noodgedwongen ontslag had gekregen, hielp ze Charles met het vinden van de weg terug. Van Goch: “Dat liedje ‘Als je wint, heb je vrienden’, klopt wel. Als je verliest vraagt 80 procent nog hoe het met je gaat. 20 procent waarvan je het niet verwacht, draait zich om. En sommigen steken een dolk in je rug en lopen weg. En ja, dan gaat het even niet goed met me. Ik ben namelijk een mensenmens. In het begin heb ik wel rancune gevoeld. Maar wandelen in het bos en meditatie hebben me daarvan afgeholpen. Ik vind dat je zo zo goed bent als het verleden dat je met elkaar hebt gedeeld. En ja, dan moet je over je eigen schaduw heenstappen. Zo ben ik ook met Hubert Ummels, een van mijn partners van het eerste uur, zakelijk tot een goede uitkoop gekomen en gelukkig zijn we nog bevriend en zie ik hem nog regelmatig. Zo kan het ook.”

Kelnersmes

De hectische maanden zijn achter de rug. Van Goch is bezig met een doorstart van Mise en Place. “De hele uitzendwereld is de laatste maanden naar me toegekomen met de vraag of ze niet met Mise en Place konden samenwerken. Om er een submerk van te maken in hun portfolio. Tijdens de gesprekken stel ik dan vragen, bij voorbeeld hoe ze over het kelnersmes denken dat alle medewerkers van ons krijgen. Dan hoor ik dat dit ten koste gaat van de marge. In augustus werd me duidelijk dat niemand in het DNA van Mise en Place geloofde. Toen besloot ik om het zelf weer te gaan doen. Ik wil dat onze medewerkers ook iets leren over het leven, over de waarde van horeca, het genieten van je werk, van de sfeer, van de gasten. Dat verdienen onze mensen, net als onze geweldige bedrijfstak gemotiveerde mensen verdient.”

Vertragen

En dus doet Charles weer de dingen die hij 26 jaar geleden ook deed. Als een eindbaas van een start-up rijdt hij het hele land door, spreekt hij met zijn relaties en laat hen weten dat hij voor hen klaar staat, mochten ze weer mensen nodig gaan hebben. Maar toch pakt hij het anders aan. “Het klinkt gek, maar ik verwelkom de lockdown. Ik sta weer met beide benen op de grond. Door een ingreep van het universum is een abrupt einde gekomen aan de 100-urige werkweek. Zelf had ik die beslissing niet kunnen nemen. Ik vertraag nu, ik loop mezelf niet meer volledig voorbij. Ik heb nu tijd om het leven te verwerken, ik geniet meer.”

"Het klinkt gek, maar ik verwelkom de lockdown."

Geen schreeuwers

Wijzer is hij nu ook op zakelijk vlak. Het bedrijf krijgt een ander businessmodel. Geen 60 kantoorpanden meer, nog maar één fysieke vestiging. Wel gaat hij in diverse steden meerdere social hubs opzetten, plekken waar de jobpers elkaar overdag en ’s avonds kunnen zien met een kop koffie en een drankje. Alle financiële en organisatorische zaken gaan via een nieuw platform. En hij wil alleen werken met goedgetrainde mensen die werken voor goede bedrijven. “Van de 300 medewerkers van Mise en Place blijven er vier bij de doorstart met me werken. Van de 9.000 jobpers hebben we er nu 250. We hebben een partner in IT die ons gaat helpen met het bouwen van het platform. We willen een belangrijke rol blijven spelen in het aantrekken van goede mensen voor de branche: studenten, maar ook ex-topmanagers of pensionado’s die het veel leuker vinden om mensen te serveren dan dom te Zoomen achter de computer.”

De crisis biedt ook kansen om oude systeemfouten te herstellen. Van Goch gaat zijn medewerkers goed betalen. De minimumlonen zijn met 3 euro per uur verhoogd. De tarieven voor de opdrachtgevers gaan omhoog. “Crisis: dan gaan we van 20 naar 25 euro per uur”, zegt hij prikkelend. Verder gaat hij alleen in zee met werkgevers die het goed voor elkaar hebben. ”We willen niet meer werken voor schreeuwers die je opdragen ’s nachts om twee uur een zaaltje om te bouwen.” Wat blijft is het verlangen zijn mensen te blijven ontwikkelen. “Want we gaan voor de toegevoegde waarde.”

De verbinder

Van Charles de trompettist ziet hij zichzelf veranderen naar Charles de verbinder. “Ik wil niet meer als een clown op het podium staan. Ik wil de voorvechter zijn van de huiskamer van de samenleving, dat geweldige vak dat horeca heet en dat belangrijk blijft. Het is bullshit dat we ons nu massaal moeten laten omscholen. En het is verschrikkelijk dat ouders zeggen tegen leerlingen die een keuze moeten maken voor praktijkonderwijs: ga maar niet de horeca in. Onzin! We worden allemaal ouder en wat veel mensen dan willen is een leuke tijd. De horeca biedt hen dat en daarvoor wil ik strijden.” 

De volgende vijftig jaar zijn aangebroken. Ten diepste weet hij wat hij nog wil realiseren in deze wereld. Ik ben degene die jonge mensen levenslessen kan bieden die ze niet op school of thuis meekrijgen. Studenten zijn de beïnvloeders van de maatschappij van morgen. Ik wil de wereld beter achterlaten dan ik hem aantrof door hen te vertellen dat het hart een spier is die nog meer denkt dan de hersenen. En de horeca is de arena waar ze dat kunnen leren.”

Een uitgebreide versie van dit artikel verscheen in het Food Inspiration print magazine editie 9. Klik hier om lid te worden, of een losse editie te bestellen.