Vorige week bracht FoodService Instituut Nederland cijfers over de foodservicemarkt in 2023 naar buiten: prachtige groeipercentages, maar tegelijkertijd druk op de volumes. Kijkend naar de toekomst, dan ligt het probleem van foodservice volgens directeur Inga Blokker echter niet aan de volume-kant. De uitdagingen voor de toekomst liggen vooral aan de achterkant: bij het systeem en in de keten.

In de komende jaren worden steeds meer Generatie Z’ers 18 -ers. Dat betekent dat ze meer geld gaan uitgeven in foodservice. Ze geven sowieso al véél meer uit dan de Babyboomers, die langzaam maar zeker meer op afstand komen te staan. Door de instroom van de jongere generaties is er in de komende jaren nog veel volumegroei mogelijk in foodservice.

Wensen van jonge mensen

De jonge generaties consumeren op een andere manier dan we van ouderen gewend zijn. Ze gaan vaak en veel uit eten en dat kan niet voor de hoofdprijs. Uit eten gaan moet toegankelijk geprijsd zijn, anders past het uitgavenpatroon niet meer bij hun inkomen en levensstijl. Dat wordt alleen maar belangrijker doordat de concurrentie toeneemt. Een Generatie Z’er of een Millennial ruilt foodservice ook heel gemakkelijk in voor retail-oplossingen (verse broodjes, kant-en-klaarmaaltijden, et cetera).

 "Ik vind het zorgelijk dat foodretail door leveranciers vaak wordt gezien als de plek om volume te creëren en dat foodservice dient als plek om marges te maken"

Inkoop en volume

Veel nieuws was er de laatste tijd ook over supermarkten die steeds nadrukkelijker op zoek gaan naar mogelijkheden om in Europees verband in te kopen. Zij hebben dat nodig om hun marges overeind te houden. Waar supermarkten al op zo’n grote (Europese) schaal denken, is foodservice vaak nog bezig om drie flesjes geitenmelk van boer Piet via de grossier bij de formules op of naast het bord te krijgen; een zeer kosten-inefficiënte manier van werken.

Ik vind het zorgelijk dat foodretail door leveranciers vaak wordt gezien als de plek om volume te creëren en dat foodservice ‘dient’ als plek om marges te maken. Zo komt de foodservicesector steeds meer op achterstand, want een supermarkt koopt producten al gauw 15% goedkoper in. Tel daarbij op dat de horeca vaak in duurdere panden gehuisvest is, met hoge huren en hoge energielasten, hoge personeelskosten en veel minder budget voor duurzaamheidsmaatregelen. Het toont aan dat de sector langzaam een flink concurrentienadeel krijgt, terwijl de concurrentie juist toeneemt.

 "Het laatste wat we willen, is dat de Nederlandse horecamarkt wordt zoals de huizenmarkt in Amsterdam"

Het huidige systeem van foodservice past dus niet altijd goed bij de vraag van de de consument. Er is een noodzaak tot verdere efficiëntie en volumebundeling in foodservice om ook in de komende jaren nog goed voorgesorteerd te staan in de groeiende strijd om het maagaandeel.

De horeca moet er zijn voor iedereen

Het laatste wat we volgens mij willen, is dat de Nederlandse horecamarkt wordt zoals de huizenmarkt in Amsterdam: wil je daar als jongere een huis kopen, dan ben je óf heel naïef of je hebt heel rijke ouders. De horeca is bij uitstek een sector die juist voor alle groepen in de samenleving goed toegankelijk moet zijn. Een plek waar iedereen samenkomt om te genieten en de zorgen van het leven even opzij te zetten. Volgens mij is daar een prachtige rol in te vervullen. Maar dan moet de achterkant van zowel de horeca als de keten op zo’n manier georganiseerd zijn, dat dit alles ook op een kosten-efficiënte manier gefaciliteerd kan worden.

Lees hier ook een eerdere column van Inga Blokker: Goedkopere horeca groeit, maar foodretail zit foodservice op de hielen »