Hoe zit Nederland in zijn vlees? Afgelopen voorjaar ondervroeg bureau Zest Marketing in opdracht van de Nederlandse Pluimveesector 2117 Nederlanders. Liefst 125 vragen over vlees kregen ze voorgelegd. Zo weten we nu dat alle kiezers van JA21!, SGP, DENK, Christenunie en 50Plus vlees eten. Hoe zit het met de andere partijen en hoe belangrijk vinden Nederlanders vlees eigenlijk?

Foto door: Sergii Shchelkunov

Als vakmedium dat zijn lezers een inspirerende blik op de toekomst gunt, schrijft Food Inspiration veel over de trend richting plantaardige voeding. Logisch, want het aantal innovaties is nu eenmaal enorm en er is zonder meer sprake van een langjarige groeimarkt.

Het onderzoek namens de Nederlandse Pluimveesector zet de zaken wel weer even in perspectief: het toont aan dat we in Nederland vooralsnog niet op de drempel van massale vleesmindering lijken te staan.

1. Eet je vlees?

Om te beginnen, vroeg Zest: “Eet je vlees?” 96,8 procent van de ondervraagden antwoordde instemmend. 3,2 procent doet dit dus niet. Dat is een lager percentage dan in andere (periodieke) onderzoeken naar voren komt. Daaruit komt namelijk een percentage van circa 5 procent tevoorschijn ofwel ongeveer 860.000 vleesloze Nederlanders.

Dit percentage, gekoppeld aan het gegeven dat de vleesconsumptie na een periode van daling weer stijgt (76,6 kilo per persoon in 2017 tegen 77,8 kilo in 2019), toont aan dat het met vleesverlating in ons land niet hard gaat.

2. Hoe vaak en hoe belangrijk?

Ruim een kwart van de Nederlanders (26,1 procent) eet dagelijks vlees. 2,6 procent van de ondervraagden doet dit maar één dag per week óf minder vaak dan wekelijks. De rest van alle ondervraagden eet het dus niet dagelijks, maar wel meerdere keren in de week. Afgezien natuurlijk van die 3,2 procent vleesmijders.

66,3 procent van de ondervraagden beoordeelt vlees eten als belangrijk of zelfs zéér belangrijk. Hoe ouder mensen zijn, des te minder belangrijk gaan ze het trouwens vinden. Met andere woorden: de groep die neutraal staat ten opzichte van vlees, groeit naarmate de leeftijd oploopt. Bijna één op elke tien leden (9,1 procent) van de jongste populatie (18 tot 24 jaar) beoordeelt vleeseten als (zeer) onbelangrijk.

3. Welk vlees eet je?

Kip (inclusief kalkoen) is het populairste stukje vlees. 94,8 procent eet het. Gevolgd door rundvlees met 91,3 procent. Daarna komen op afstand: varkensvlees (74,9), vis, schaal en schelpdieren (74,8) en op nog grotere afstand kalfsvlees (38,6), schapenvlees (21) en geitenvlees (8,4).

Albert Heijn (aandeel 51,8 procent) is het populairste adresjes om de meest gegeten vleessoort (kip dus) te kopen. Opmerkelijk: 15,1 procent koopt kip nog altijd bij de poelier, ruim 2 procent doet dit bij de online slagerij. Bij vlees in het algemeen, is “ik vind vlees lekker” de belangrijkste drijfveer om het te consumeren. Bij kip komt smaak als motivatie op de tweede plek, maar is de prijs de meestgenoemde drijfveer.

4. Meer of minder kip?

Ruim 70 procent van de ondervraagden geeft te kennen ongeveer evenveel kippenvlees te eten als een jaar geleden. 16 procent eet (veel) minder kippenvlees vergeleken met een jaar eerder. Een iets kleinere groep (ruim 13 procent) ging juist meer consumeren in de loop van het afgelopen jaar.

5. Waarom een vegavariant?

Hilarisch is dat in het onderzoek wordt gevraagd naar de consumptie van gekweekt kippenvlees. Immers: dat is in Singapore wél, maar in ons land niet beschikbaar voor consumptie. Het onderzoeksbureau voegde kweekvlees toe aan de vraag naar het gebruik van vegetarische alternatieven voor kippenvlees.

Indien consumenten bij gelegenheid kiezen voor plantaardige varianten van kip (en eieren) doen ze dit om de volgende redenen: dierenwelzijn (41,8 procent), om te proberen (33,4), toekomst wereld/milieu (32,8), klimaat (31,4), goed gevoel (28,2) en uit gezondheidsoverwegingen (20,3).

21,4 procent van de ondervraagden noemt zich een verklaard tegenstander van vleesvervangers, ruim een kwart (26,2 procent) een voorstander.

6. Politiek en vleesprijs

Om de vleesconsumptie te ontmoedigen, zou de overheid kunnen grijpen naar het prijsinstrument: vlees via belastingheffingen duurder maken. Zest Marketing vroeg de mening van de deelnemers aan het onderzoek.

Bijna 40 procent vindt dat de overheid niet mag zorgen voor prijsverhogingen. Bijna eenderde van de ondervraagden vindt dat er best 10 procent vleestaks bij de prijs op mag komen. Ruim één van elke honderd ondervraagden stelt: de prijs van vlees mag wel verdubbelen of zelfs meer dan verdubbelen.

7. En de Partij voor de Dieren?

Welke partijen een aanhang hebben van 100 procent vleeseters, weten we al. Maar hoe zit het met de rest? De partij met de minste vleesconsumenten, is de Partij voor de Dieren: 27,3 procent consumeert vleesloos. Daarna volgen GroenLinks (8,4 procent vega’s), Forum voor Democratie (3,6 procent) en de PvdA (3,5%).

De achterbannen van CDA, VVD, SP, PVV en D66 bestaan voor 97,1 procent (D66) tot 99,2 procent (CDA) uit vleesconsumenten. Het dichtst bij het Nederlands gemiddelde van 96,8 procent zitten de PvdA en D66.