Vanavond start de ramadan in ons land, de maand van onthouding. De precieze tijden hangen af van het tijdstip van de zonsondergang. Zoals het nu lijkt zal op de avond van 12 mei het suikerfeest beginnen, waarmee het einde van de islamistische vastenperiode wordt gevierd. Welke foodtrends zien we onder Nederlandse moslims?

Foto door: Zurijeta

Van zonopkomst tot zonsondergang eten en drinken de meeste Nederlandse moslims niet. Als de zon onder is, volgt de iftar, de avondmaaltijd. Normaliter is het een uitbundig sociaal gebeuren. “Het wordt nu tijdens corona een afhaalramadan in kleine kring,” zei een moskeevertegenwoordiger in een dagblad. De voedseluitgaven zullen er ongetwijfeld niet minder om zijn.

Grote uitgaven

Voor en tijdens ramadan besteden moslims veel geld aan eten en drinken. De eigenaar van Yakhlaf-supermarkten (3 vestigingen, daarnaast eigen bakkerij en slachthuis) gaf in de media te kennen 75 procent meeromzet te boeken. Bureau Motivaction becijferde dat Marokkaanse en Turkse Nederlanders vier tientjes meer uitgeven aan hun weekboodschappen. In de aanloop naar het suikerfeest besteden moslims ettelijke miljoenen euro’s aan dadels, baklava en andere zoete lekkernijen.

Halal snelstgroeiende niche

Trouwens, halal food is sowieso de snelstgroeiende eetmarkt op onze aardbol. Al een lange reeks van jaren (en dat blijft voorlopig zo) groeien de uitgaven aan halal eten en drinken in Europa en de rest van de wereld met percentages van 10 tot 20 procent. De globale omvang wordt getaxeerd op 500 tot 700 miljard euro (halal non-food niet meegerekend). Voor ons land zijn geen precieze cijfers bekend, maar het zal ergens tussen de één en twee miljard euro liggen. Uit onderzoeken blijkt sowieso dat moslims een groter percentage van hun inkomen aan voeding uitgeven, vergeleken met het Nederlands gemiddelde.

Negeren van markt

Onderzoeker Ahmed Ait Moha van bureau Motivaction behoort al lang tot de voornaamste deskundigen van de marketing rond nieuwe Nederlanders. Herhaaldelijk schrijft hij dat het Nederlandse midden- en kleinbedrijf zichzelf in de vingers snijdt door deze consumenten goeddeels te negeren. Hij wijdt dit vooral aan angst.

Ait Moha wijst er steevast op dat in 2050 een kwart van de inwoners een niet-westerse achtergrond zal hebben (het CBS spreekt door een andere definitie trouwens van 2,7 miljoen Nederlanders). “Een marketingaanpak die zich specifiek richt op Nieuwe Nederlanders, hun gewoonten, voorkeuren en passende persuasieve technieken, is voor sommigen misschien teveel gevraagd. Maar het is voor alle organisaties mogelijk om er op te letten dat hun marketingacties niet langer miljoenen mensen uitsluiten,” schreef Ait Moha op het Motivaction-blog.

Halal horeca

Hoe het zij: in vergelijking met andere Europese landen, zeker Frankrijk en Engeland, kwam halal horeca in ons land relatief pas laat op stoom. Het politieke klimaat (de “angst” die Ait Moha ook aanroert) zal hieraan ongetwijfeld mede debet zijn.

Toch doen enkele grotere halalketens de laatste jaren van zich spreken; Johnny’s Burgers (28 outlets), Halal Fried Chicken (7) en Chicking (4) afficheren zichzelf nadrukkelijk als “100% halal”. Daarnaast zijn er gespecialiseerde supermarkten, zoals Tangermarkt (7 winkels), en honderden kleinere halalwinkels. Nederlandse supermarkten voeren met een veelal halfslachtig aanbod, lijkt het, een dubbelhartig halalbeleid. “Supers hebben een blind spot voor halal,” kopte vakblad Distrifood eind vorig jaar niet voor niets.

Jonge starters

In de grote steden groeit het aantal halal restaurants van vaak jonge moslims de laatste jaren wel ineens zienderogen. Hararu.nl, de online halal restaurantgids, vermeldt er voor de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Eindhoven 100 tot 150. In de meeste halalrestaurants wordt geen alcohol geschonken, terwijl de keuken doorgaans juist niet traditioneel oosters is. Net als andere jongeren in ons land, wil ook de jonge generatie moslims een eigentijds aanbod.

Jongere moslims roeren zich bovendien in het voedseldebat; ook onder hen zijn er velen die vinden dat vleesminderen, en dus minder schapen slachten tijdens het offerfeest, een goede zaak is. Ach, als we op termijn allemaal veganistisch eten, houden we de boel dus alsnog mooi bij elkaar.