‘No Shit Food, rooting for vegan vegetables’. Een boer die groente teelt zonder dierlijke mest te gebruiken.., die wil ik bezoeken. Peasmaker Joost van Strien nodigt me uit voor een meewerkweek op boerderij Zonnegoed in het Flevolandse Ens. Ik mag aanhaken bij een groep jonge mensen die een week of twee komen kamperen en onkruid wieden op de boerderij. Deze manier van arbeid organiseren zegt veel over de manier waarop Joost zijn business benadert.

Chantal Engelen ruilde in september 2022 haar comfortabele stadse leven in voor een reis door het land in haar camper. Ze maakt verhalen over voedselveranderaars – peasmakers noemt ze hen – die werken met hun hart en zo de wereld veranderen. Ze gaat een paar dagen bij ze aan de slag en leert zo hun missie en drijfveren beter kennen. Op haar website én op Food Inspiration deelt ze regelmatig haar ervaringen.

Als ik arriveer op de boerderij midden in de Flevopolder, voelt het door de tijdelijke wied-camping alsof ik aankom op een gezellige vakantieplek. Er staat zelfs een kleine foodtruck, van waaruit de kok de hulpkrachten dagelijks van een vegetarische maaltijd voorziet. Het weiland staat vol tentjes en er is een plek met strobalen en een kampvuur. De camping is deze week de thuisbasis van ‘De Seizoensarbeiders’, een organisatie die jonge mensen voorziet van een werkvakantie op boerderijen. Het initiatief ontstond tijdens de coronacrisis en had als doel om mensen uit sectoren die op slot moesten aan het werk te krijgen bij boeren die juist stonden te springen om mensen.

Wanneer ik Joost voor het eerst ontmoet, ben ik stiekem verrast. Zo op het eerste gezicht komt hij niet op me over als een bevlogen activist met een ‘no shit-aanpak’. Hij is rustig en beheerst, vriendelijk en open. Maar zoals ik later ontdek, staat die rustige persoonlijkheid los van zijn vooruitstrevende en een tikje activistische ideeën. Neem de wied-camping. Omdat Joost biologisch teelt, gebruikt hij geen chemische middelen en moet al het onkruid handmatig verwijderd worden. Joost had ook uitzendkrachten kunnen inhuren, maar hij kiest liever voor de Seizoensarbeiders. Niet omdat het goedkoop of makkelijk is. Maar omdat hij houdt van de dynamiek en gelooft dat het betrekken van burgers bij het boerenbedrijf belangrijk is.

Boeren in samenwerking met de natuur

Joost begon zijn landbouwcarrière niet als biologische boer. Hij groeit op op de boerderij van zijn ouders en gaat Nederlandse landbouw studeren aan het Van Hall Instituut in Groningen, gevolgd door een masteropleiding Plantenziektekunde in Wageningen. Als het overnemen van de ouderlijke boerderij aan de orde komt, is dat op dat moment voor Joost geen optie. Hij wil niet boeren en overweegt zelfs een baan in het bedrijfsleven. Maar na zijn afstuderen in 1992, trekt het boerenbestaan toch meer dan hij had verwacht. Joost besluit het gangbare akkerbouwbedrijf van zijn schoonouders in Ens over te nemen.

De dagelijkse realiteit van een gangbaar bedrijf houdt echter in dat Joost gif moet spuiten en kunstmest gebruiken. En dat staat hem al snel tegen. In 1997 besluit de jonge boer daarom de stap te zetten naar biologisch. Deze stap is voor hem het begin van de continue zoektocht naar hoe boeren beter kan en vooral ook meer in samenwerking met de natuur. Volgens Joost is de beste vorm van landbouw er eentje die zo min mogelijk negatieve of liever nog positieve impact heeft op de natuur. Stukje bij beetje heeft hij daar in de afgelopen vijfentwintig jaar naartoe gewerkt op zijn 92 hectare landbouwgrond.

De toekomst is plantaardig

Joost is spiritueel ingesteld en is ervan overtuigd dat er meer is dan wat wij met ons logische verstand kunnen bevatten. Hij omschrijft het proces van een piepklein zaadje dat uitgroeit tot een sterke plant die we kunnen eten dan ook als iets ‘goddelijks’. Zijn connectie met de natuur en het bovenbewustzijn is zijn motivatie om in 2004 met zijn boerderij verder om te schakelen naar biologisch-dynamische teelt. Deze vorm van landbouw voldoet aan nog strengere eisen dan biologisch en houdt bijvoorbeeld rekening met de stand van de maan op zaai- en oogstmomenten. Maar ook mensen spelen een belangrijke rol in deze vorm van landbouw, waarbij de boerderij wordt gezien als een opzichzelfstaand organisme waarbinnen alles een eigen functie heeft.

Eén van de fundamenten van biologisch-dynamische landbouw is het samenspel tussen plant en dier. Zo gebruik je in beginsel de dierlijke mest van je eigen veedieren of die van een collega-veeboer om je planten te bemesten. Maar Joost is van mening dat de intensieve veeteelt die we vandaag de dag kennen simpelweg onhoudbaar is geworden. Hij verwacht dat in de toekomst veehouders met meer aandacht voor dierenwelzijn zullen gaan werken en vooral met veel minder dieren dan nu het geval is. Er zal daardoor simpelweg minder mest beschikbaar zijn voor akkerbouwbedrijven zonder dieren zoals die van hem.

Vegan groente

Deze overtuiging zorgt ervoor dat Joost al in 2020 besluit om te stoppen met het gebruik van dierlijke mest op zijn akkers. Hij doopt zijn werkwijze om tot ‘No Shit-farming’. Joost is overtuigd dat het kan – gewassen verbouwen zonder dierlijke mest – maar hij wil dat hard maken met bewijs. En dus is hij het gewoon gaan doen. Hij is aan de slag met het verbeteren van bodem en biodiversiteit. Joost ploegt al een tijd niet meer (minder bodemverstoring zorgt voor een actiever bodemleven), maar probeert de bodem ook op andere momenten zo min mogelijk te verstoren. Door wisselteelt toe te passen bijvoorbeeld. Door wortels te telen op een stuk land waar eerst stikstofrijke klaver stond, wordt de bodem optimaal klaargemaakt voor het volgende gewas. En Joost gebruikt dus enkel plantaardige compost om het land verder te verrijken. Inmiddels is Joost bezig met zijn vierde No Shit-teeltjaar en alles wat hij ziet, sterkt hem in de overtuiging dat het telen zonder dierlijke mest haalbaar is. Hij noemt zijn groente prikkelend ‘de enige vegan groente’ van ons land.

De waarde van No Shit

De idealistische en tegelijkertijd pragmatische insteek van Joost zorgt ervoor dat hij veel aandacht krijgt voor wat hij doet. Het zorgt er ook voor dat dingen voor hem soms complexer worden. Zo is zijn boerderij Zonnegoed inmiddels niet meer biologisch-dynamisch gecertificeerd. Want, omdat Joost geen dierlijke mest meer gebruikt op zijn bedrijf, mag hij zijn producten niet meer als biologisch-dynamisch verkopen. De regels lopen achter bij de realiteit en dat is zuur. Want Joost ziet juist zijn vorm van akkerbouw, als de ultieme samenwerking met de natuur. Noodgedwongen verkoopt hij zijn producten nu dus enkel als biologisch. Toch is No Shit voor Joost de weg voorwaarts. Dan maar even niet officieel vermarkt onder het keurmerk biologisch-dynamisch, hij blijft met hart en ziel trouw aan de biologisch-dynamische beweging en neemt bijvoorbeeld nog altijd deel aan een intervisiegroep van biologisch-dynamische boeren.

No Shit bereikte de afgelopen twee jaar regelmatig de lokale en landelijke media en ook tijdens mijn meewerkweek komen er diverse groepen geïnteresseerden langs om te leren van de aanpak van Joost. Toch blijkt het ingewikkeld om zijn No Shit-aanpak financieel tot waarde te brengen. Sinds 2022 probeert Joost zijn biologische pompoenen, wortelen, aardappelen en uien in No Shit-boxen rechtstreeks af te zetten bij de consument. En dat lukt mondjesmaat. Joost is geen geboren marketeer en wordt toch het blijste van bezig zijn met het verbouwen van gewassen. Je eigen afzet organiseren is een hele andere tak van sport. En dus levert Joost zijn biologische groente met dit prachtige verhaal voor het leeuwendeel aan de tussenhandel die het vervolgens anoniem doorleveren aan supermarkten. Als consument kun je dus een No Shit-wortel op je bord hebben liggen, zonder dat je het door hebt.

Maar je product afzetten bij de grote spelers in de markt, gaat ook niet altijd goed. Bij aankomst zie ik op het erf van de boerderij een enorme berg liggen, waarvan ik eerst dacht dat het compost was. Bij nadere inspectie blijkt het een gigantische hoeveelheid pastinaken. Het is de oogst van 2022 vertelt Joost me, prachtige producten, maar er was simpelweg geen afnemer voor te vinden. En dat zet Joost op zo’n moment toch weer aan het denken: moet hij er niet gewoon naartoe om met zijn bedrijf zijn totale oogst direct af te zetten bij de consument, volgens het model van community supported agriculture bijvoorbeeld? Het principe spreekt hem aan, maar dat zou vragen om een totale transitie van zijn bedrijf. En zo blijft het een zoektocht om te zien hoe het beter kan.

Voedselparadijs

Daarin past overigens ook het nieuwste project van Joost: in het midden van het driehoekige landgoed Zonnegoed, ligt sinds een paar jaar een voedselbos in wording. Met in het midden een prachtige amfibieënpoel. Joost weet nog niet wat het bos gaat opbrengen of hoe hij de oogst gaat afzetten. Maar hij ziet dagelijks met eigen ogen wat de toegevoegde waarde is voor de biodiversiteit op zijn land. En iets wat goed doet, moet uiteindelijk ook financieel gaan opleveren, dat is het kompas waar Joost op vaart. En dus is hij ook nu opnieuw bereid zijn nek uit te steken en er vol voor te gaan.

///

Wil je meer Peasofme-verhalen lezen? Lees dan hier het verhaal over de biologische Kari’s crackers, die met opzet niet mega efficiënt worden geproduceerd »

Heb je een gouden tip over een voedselveranderaar – boer, restaurateur of voedselproducent – waar Chantal met haar camper binnenkort echt eens langs zou moeten gaan? Mail jouw suggestie naar chantal@peasofme.com