Er waren afgelopen tijd een aantal krantenkoppen die eruit sprongen voor mij: ‘Casper Dark kitchen haalt 5 miljoen euro groeikapitaal op’, ‘Kwalitaria gaat met investeringsmaatschappij Antea de volgende fase in’ & ‘Hawaiian Poke Bowl wil € 750.000 particulier lenen om de opening van 4 extra revoluties in healthy food te financieren’.

Maar opvallend was ook het artikel in de Vlaamse krant De Tijd waarbij Lunch Garden’s CEO Ann Biebuyck bij een ‘privé-ontbijt-buffetje’ – waar de klanten blijkbaar jaloers op waren – uit de doeken deed dat ICG als kredietverstrekker nooit echt de intentie had om eigenaar te worden worden van het bedrijf.

Er bougeert het één en ander in het horeca- en retaillandschap deze dagen. En met de kleine nuance dat ik waarschijnlijk door algoritmes naar gelijksoortige mededelingen gestuurd wordt, is ‘het grote geld’ waarachtig geïnteresseerd in onze sector, waarbij expansieve groei en kapitaalrondes het nieuwe peper & zout van de hedendaagse chef of restaurateur vormen.

Ja, ook ik word dagelijks geconfronteerd met de vraag: “En? Wat is de volgende vestiging die je opent?” Akkoord, Balls & Glory is één van die fastcasual-boomers die de afgelopen tien jaar in hét snelst groeiende segment van de horeca vertoefden. Je weet wel: met edge in het team en awards op de kast. Convenience en experience voor de klant, één van die one-trick-pony’s met de teugels strak en operational excellence als oppeppende haver.

“Is de huidige markt de heropleving na de crisis waar we zo naar smachten? Of is het eerder een laatste stuiptrekking tot niets in de markt nog te consolideren valt?”

Horeca is lifestyle & fun – stilstand is achteruitgang. Maar zijn we inmiddels niet onze eigen naïeve bubbel aan het creëren? Is de huidige markt de heropleving na de crisis waar we zo naar smachten? Of is het eerder een laatste stuiptrekking tot niets in de markt nog te consolideren valt? En wat is er aan de hand met dat vastgoed? Is de limiet inmiddels bereikt? Of is het nét nu of nooit? Groeit het aanbod nu eenmaal sneller dan de markt groeit en is ze stilaan verzadigd?

Ze verandert snel, onze geliefde horecamarkt. Veel van onze consumenten zijn uitgeweken naar supermarkten, speciaalzaken en online boodschappen- en bezorgdiensten. Tijdens de lockdowns zijn bestedingen aan eten en drinken verschoven van de horeca naar deze concurrenten. Een deel van die verschuiving zal blijvend zijn omdat er bijvoorbeeld structureel vaker wordt thuisgewerkt en dus minder op kantoor geluncht. En niet alleen de slager om de hoek profiteert daarvan, maar ook de retail. Aha!

Ook daar worden one-trick-pony’s en sexy foodbrands binnengelokt, naar de Ark van Noach als het ware. Om opgeslokt te worden door het grote geld, bij succes. Of achteloos uitgespuwd als een balletje pruimtabak bij desinteresse van de consument. The american dream, het grote geld, alles of niets. Niets is zonder risico.

"Grootte zegt niets over prestaties."

De landbouw is er ondertussen wel uit: de strategie van monocultuur & opschalen tot de oneindigheid biedt geen soelaas. De productiviteit ging er in de jaren 90 ongekend de hoogte door in. De parallel met wat zich momenteel in onze sector voltrekt is overduidelijk. Maar grootte zegt niets over prestaties. De 25% best presterende landbouwbedrijven en de 25% slechtst presterende verschillen nauwelijks van grootte.

Voor restaurants is de impact van deze concurrentie naar verwachting minder groot. Mensen willen toch de beleving van uit eten gaan en zijn ook bereid daar geld aan uit te geven. Voorwaarde is wel dat restaurants zich voldoende weten te onderscheiden en inzetten op smaak & beleving. We hebben professionele organisaties nodig mét schaalgrootte om zich in deze markt te bewegen en te onderscheiden.

Het wrange is dat je je als ondernemer tegenwoordig bijna schuldig voelt als je met 5 cijfers ipv met 6 cijfers telt. Mogelijk is dat een fout signaal en moeten we ons middenveld weer meer koesteren. Lokaal ondernemerschap met een smoel. Lekker en bewust koken, relevante jobs creëren… Geen eenheidsworst – ballen, pizza, spaghetti of pitta’s – maar ondernemen van mens tot mens… het grote geluk.