"Het is menselijk gedrag dat besmetting veroorzaakt"

Het Nederlandse kabinet haalt de teugels aan. Met strengere landelijke maatregelen moet de verspreiding van het virus worden tegengegaan. In horeca, catering, leisure en toerisme maakt aanvankelijke begrip plaats voor irritatie en frustratie. De nieuwe maatregelen verbloemen een falend testbeleid.

Het beeld op de televisie kennen we. Minister-president Rutte en minister De Jonge die stipt om zeven uur kordaat een persconferentie houden over maatregelen tegen het virus. Dat is het gezicht van de politiek dat er gelikt en besluitvaardig uitziet. De achterkant is minder strak. Het logge overheidsapparaat werkt te langzaam voor een crisis waarin doortastend ingrijpen en handhaven noodzakelijk is.

De mededelingen van gisteren, 28 september, betekenen een opmaat naar een koude herfst en grimmige winter. Opnieuw krijgen de horeca, catering, cultuur, toerisme en de congreswereld de zwaarste klappen. Nog vroeger moeten de deuren dicht; met nog minder mensen op het terras; met nog minder gasten onder een dak; en als klap op de vuurpijl het dwingende advies om weer niet naar kantoor te gaan.

Had een deel van de horeca, catering en congreswereld de afgelopen vier maanden weer een opgaande lijn te pakken, de afgekondigde maatregelen zijn een nieuwe klap voor de bedrijfstak. Al is er geen sprake van een intelligente lockdown, het aantal bezoeken neemt af. Verschil met de periode van de lockdown dit voorjaar is dat bij veel bedrijven de financiële reserves al zijn aangesproken. Dat maakt ze kwetsbaar voor extra beperkingen in hun exploitatie.

Gaat het actieve ondernemers toch lukken om de tering naar de nering te zetten?

Zo krijgt de hotellerie in de grote steden dreun na dreun. Het inkomend toerisme ligt finaal op zijn gat. Het NBTC heeft becijferd dat het aantal bezoekers in vergelijk met vorig jaar met 70 procent is afgenomen. Nu de alarmcodes van kleur verschieten en afgeraden wordt om steden te bezoeken, is herstel voorlopig nog niet in zicht. Bedrijfscateraars hebben het al maanden loodzwaar en worden gedwongen hun hele businessmodel om te gooien. Bruine cafés in de binnenstad zien omzetrijke uren wegvallen, de nachthoreca heeft geen enkele reserve meer.

De kritiek op de overheid groeit. De ministers werken zich drie keer in de rondte maar het overheidsapparaat is stroperig. Het testbeleid faalt omdat bestuurders in het Outbreak Management Team geen grote commerciële laboratoria wilden inschakelen en de 'fijnmazige structuur' van ziekenhuislabs wilden beschermen. De corona-app is al sinds half augustus klaar maar wacht nog steeds op een goedkeuring van de Eerste Kamer om uitgerold te worden. Het plan om het veiligheidsbeleid aan de regio's over te laten wordt bij gebrek aan regie al snel gecorrigeerd. Voeg daarbij de bijzondere bruiloft van minister Grapperhaus  waarbij hij zijn eigen regels aan zijn laars lapt en de beeldvorming die ontstaat is een overheid met krakkemikkig beleid. Dat tast het vertrouwen aan in nieuwe maatregelen.

Toch zijn niet de sleurende ministersploeg en een logge overheid schuldig aan de snelle verspreiding van het virus. Het is menselijk gedrag dat besmetting veroorzaakt. We zijn sociale wezens die elkaar willen opzoeken, aanraken, in de ogen willen kijken. De Scandinavische distantie waarmee we met elkaar moeten omgaan, werkt in Nederland maar tijdelijk. Zodra de teugels gevierd worden, zoeken mensen elkaar op. Het is onze eigen schuld dat dit gebeurt.

De komende weken worden daarom spannend. Zijn we op weg naar de grootste ramp in de geschiedenis van de gastvrijheidsindustrie tijdens vredestijd? Of gaat het de actieve ondernemers toch lukken om de tering naar de nering te zetten? Zeker is dat een aantal kwetsbare bedrijven de eindstreep van 2020 niet gaat halen.

Hopelijk lukt het met deze maatregelen om de groei van het virus te stoppen. Van alle scenario's die er zijn is een tweede lockdown voor de gastvrijheidsindustrie de slechtste. Laten we hopen dat de bedrijven open kunnen blijven en dat de actieve ondernemers het maximale uit de mogelijkheden weten te halen die de markt op dit moment biedt. Dan krijgen we tijdens de winter misschien toch nog wat kleur op de wangen.