Bakkerij Damasco in Dordrecht is Europa’s grootste bakkerij gericht op Midden-Oosterse zoetigheden. Hun koekjes en andere zoetwaren liggen in etnische supermarkten in Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg. Het succesvolle bedrijf dat in 2018 werd opgezet, draait een omzet van een miljoen euro per jaar.

Bakkerij Damasco heeft een breed assortiment aan Midden-Oosterse koekjes. Daarvoor worden recepten gebruikt uit Palestina, Syrië, Libanon en andere landen uit die regio. In de bakkerij van zo’n 1.400 m² vierkante meter wordt per dag 1.000 kilo meel verwerkt. Het verhaal van deze succesvolle bakkerij begon in 2018 in een klein pand in Rotterdam-West. Maar eigenlijk gaat het terug tot bijna een eeuw geleden, in Palestina.

Moatasam Abu Alhaijaa is de initiatiefnemer van Damasco. In 2015 vluchtte hij met zijn familie – vader, moeder en vier broers, vanuit Syrië naar Nederland. Daar woonden zijn zus en zwager al sinds de jaren ’90. Aanvankelijk wilde Abu Alhaijaa verder studeren – zijn achtergrond ligt in Information Technology. Toch besloot hij in 2018 zijn broers bij elkaar te roepen om te praten over de start van een eigen bakkerij.


3e generatie bakkers

Dat idee kwam niet uit de lucht vallen. Abu Alhaijaa: “Ik kom uit een familie van bakkers. Mijn grootouders startten rond 1920 een bakkerij in Palestina. Mijn vader werd in 1947 geboren, precies toen daar oorlog uitbrak. Mijn familie moest vluchten en belandde in Syrië. Daar probeerden ze een nieuw bestaan op te bouwen.

Abu Alhaijaa’s grootvader vond in Syrië geen werk in de bakkerijsector. Maar zijn oudste zoon – Abu Alhaijaa’s oom – vertrok naar Saoedi-Arabië om daar wel het vak in te gaan. Hij bleef daar ongeveer twintig jaar. Intussen groeide Abu Alhaijaa’s vader op in Damascus. 

Abu Alhaijaa: “Mijn vader moest al op zijn twaalfde stoppen met school om te gaan werken. Hij begon in een bakkerij. Nadat hij op zijn achttiende een paar jaar verplicht in militaire dienst had gezeten, spaarde hij genoeg geld om zijn eigen bakkerij te openen in Bab Touma, de oude stad van Damascus. In de jaren zeventig opende hij, met financiële steun van mijn oom uit Saoedi-Arabië, een grotere bakkerij: Al-Karmel, genoemd naar de berg in Palestina waar onze familie vandaan komt. In 1990 startte hij opnieuw een bakkerij, Al-Motosun, vernoemd naar mij. In 2002 breidde hij verder uit met een grotere bakkerij, waar we op industriële schaal Midden-Oosterse koekjes maakten. In de jaren 2010–2015 hadden we zo’n 40 medewerkers in dienst en klanten in Irak, Jordanië en heel Syrië. We verwerkten zo’n 10 tot 15 ton meel per dag en de bakkerij draaide 24 uur.”

Van Syrië naar Nederland

Toen in 2012 de oorlog in Syrië begon, werd de bakkerij van Abu Alhaijaa’s familie geraakt door raketten. Het gezin moest vluchten en liet alles achter. Zonder geld of bezittingen kwamen ze in Nederland terecht. Abu Alhaijaa: “Alles wat we destijds met de bakkerij in Syrië hadden verdiend, investeerden we weer in het bedrijf. Dat was achteraf gezien een fout, maar niemand had de oorlog zien aankomen.”

Nederlandse ingredienten voor Midden-Oosterse koekjes

De start van Damasco in Dordrecht verliep niet meteen soepel. Met geld dat Abu Alhaijaa en zijn broers leenden van hun zus en zwager, huurden ze in 2018 een kleine ruimte in Rotterdam van ongeveer 140 m². Ze hadden slechts één oven en geen personeel. Alles deden ze zelf: de productie, administratie, leveringen, boekhouding en zelfs reclame via Facebook. “Ik werkte soms wel zestien uur per dag.”

Vooral het vinden van de juiste ingrediënten was in het begin een enorme uitdaging. Nederlandse meelsoorten en melk verschillen van die in Syrië. “We moesten veel uitproberen. Voor onze breadsticks – een soort luchtige, lange koekjes die worden gegeten als ontbijtgranen – heb je een zacht meel nodig dat weinig water opneemt, terwijl voor andere koekjes juist sterk meel met veel gluten nodig is. Na veel testen vonden we de juiste combinaties.”

Abu Alhaijaa en zijn broers begonnen in 2018 met de verkoop van koekjes via een klein winkeltje bij de bakkerij. Daarnaast probeerden ze groothandels en supermarkten te overtuigen hun producten af te nemen. Abu Alhaijaa: “Dat was moeilijk, want de producten die wij maken, hadden zij vaak al van andere merken in het assortiment.”

Assortiment Damasco

  • Sesamkoekjes (populair bij zowel Arabische als Nederlandse klanten)

  • Melkkoekjes (ook in varianten met kokos)

  • Boterkoekjes (ook met cacao)

  • Dadelkoekjes (vier soorten, gevuld met dadels en kruiden)

  • Breadsticks – gegeten in melk als ontbijt (in varianten met sesam, zwarte komijn en andere smaken)

  • Makrotan, gemaakt tijdens religieuze feesten zoals het Suikerfeest, Offerfeest en door christelijke families tijdens kerst en nieuwjaar

Vers en dichterbij 

De producten van Damasco worden in Europa gemaakt. Dat gebeurde nog nergens. De meeste Midden-Oosterse koekjes worden geïmporteerd uit Turkije, Irak en andere landen. Onze producten zijn een stuk verser, dat proef je. Toen we samples langs brachten, begon het te lopen. Inkopers vonden de koekjes zo lekker dat we al snel de eerste grote orders kregen. Een ander voordeel is dat je bij importproducten vaak een heel pallet moet afnemen; bij ons kunnen klanten zelf aangeven hoeveel ze willen bestellen.”

Al snel had Damasco klanten in Duitsland, België, Luxemburg en Frankrijk. Omdat de locatie in Rotterdam te klein werd, verhuisden ze in 2019 naar een bakkerij in Schiedam van 400 m². Binnen twee weken hadden ze die met hulp van vrienden zelf ingericht en konden ze doorgaan met produceren. Ook deze ruimte werd al snel te klein. In 2020 verhuisden ze opnieuw, dit keer naar Dordrecht, waar ze een bakkerij van 1.400 m² betrokken.

Hoewel de bakkerij goed loopt, liggen de koekjes van Damasco nog niet standaard in Nederlandse supermarkten. “Ons huidige doel is om onze producten in de Nederlandse supermarkten te krijgen. Daarvoor hebben we onze verpakking aangepast: in plaats van grote verpakkingen van 400 gram, zoals gebruikelijk in Arabische families, maakten we kleinere verpakkingen, geschikt voor Nederlandse gezinnen met één of twee kinderen. Inmiddels heeft de eerste supermarkt interesse getoond. Dirk van den Broek besloot vorig jaar tijdens de ramadan een proef te doen. Binnen twee weken waren alle producten uitverkocht” 

“Onze droom is dat onze koekjes volledig geïntegreerd raken in de Nederlandse samenleving. Niet alleen als etnisch product, maar als iets dat iedereen kent en koopt.”