Duurzaam ondernemen was jarenlang een gevoel. Het was moeilijk om het effect van 'groene' inspanningen aan te tonen. Maar sinds de introductie van data-impact-reporting en de CSRD-wetgeving valt beter aan te tonen wat de impact is van het voedsel dat we produceren. Daarmee is de discussie over wat duurzaamheid precies is vrijwel van tafel, en dat is fijn, vindt Food Inspiration’s hoofdredacteur Maaike de Reuver.

‘Het eten is lokaal, er wordt gewerkt met seizoensproducten, er zijn vega gerechten en er werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Allemaal super duurzaam dus!’ Zo werd er gesproken over We Canteen, het cateringconcept dat ik in 2011 oprichtte, waarbij het cateringaanbod wordt verzorgd in samenwerking met lokale ondernemers. Het bedrijf werd in 2012 uitgeroepen tot het meest duurzame cateringconcept van Nederland. Waarom We Canteen precies zo duurzaam was, daar was niemand het over eens, het was vooral een gevoel. Ook voor mijzelf als ondernemer bleef de term duurzaamheid altijd een beetje vaag.

Ook ontstond in die tijd de Sustainable Brand Index, de lijst van de meest duurzame merken, die sinds 2017 ook in Nederland jaarlijks wordt uitgebracht. Maar ook deze lijst wordt gemaakt op basis van gevoel. De index geeft aan hoe merken door consumenten worden ervaren op het gebied van duurzaamheid. 

Bekijk hier de meest duurzame merken in food van 2024 volgens de Sustainable Brand Index »

Duurzaamheid werd in de jaren die volgden steeds belangrijker. In aanbestedingen werd het een criterium voor gunning. Je kreeg als cateringbedrijf in zo’n aanbesteding een ‘vinkje’ als je voldeed aan bepaalde duurzaamheidsvoorwaarden, zoals ‘bewust omgaan met voedselverspilling’ of ‘het aanbieden van vegetarische opties’. Hoe meer vinkjes, hoe hoger je duurzaamheidsscore. Die score was een van de vele criteria in het aanbestedingstraject.

Maar tegelijkertijd vond er ook veel greenwashing plaats. Sommige bedrijven deden groen voor de bühne, maar de praktijk was vaak anders. In de catering kon ik altijd heel snel zien of het ging om een bedrijf dat werkelijke gemotiveerd was om duurzame stappen te zetten, of dat voor de bühne deed. Je zag het aan de houten kratjes van Willem&Drees waar Willem Treep en Drees Peter van den Bosch destijds lokale appels en peren in leverden. Cateraars die bananen in de kratjes presenteerden vielen door de mand. Want bananen – een product dat vooralsnog niet grootschalig lokaal in Nederland geproduceerd wordt – zaten niet in het assortiment van Willem&Drees.

"Sommige cateringbedrijven deden groen voor de bühne, maar de praktijk was vaak anders"

Er kwam kritiek op de term, die vaag, weinig concreet, gegreenwashed en niet te meten was. Want zijn lokaal geteelde producten die gekweekt zijn in een kas wel duurzamer dan gewassen van de volle grond die van ver komen? En is biologisch wel zo duurzaam? En kun je appels, peren en bananen wel vergelijken? Het waren vragen die we als cateringbranche, collectief, niet zo snel en goed konden beantwoorden.

Ondertussen kwamen steeds meer varianten op de term ‘duurzaamheid’ in omloop, waaronder ‘circulair’ en ‘plant-based’, of, op z’n Engels, ‘sustainability’, want als je een Nederlandse term vertaalt naar het Engels klinkt dat ineens more impressive. Maar meetbaar en concreet was het daarmee nog steeds niet.

"Een variant op de term duurzaamheid werd sustainability, want als je een Nederlandse term vertaalt naar het Engels klinkt dat ineens more impressive"

Inmiddels is het 2024. De duurzaamheidstransitie zet door. Er wordt volop geïnnoveerd, want dat de sector ‘er’ iets mee moest, is nu wel duidelijk. Dus zetten cateraars in de afgelopen vijf jaar vol in op meer plant-based, meer buitenbeentjes, meer restverwerking en minder plastic, minder voedselkilometers en voedselverspilling. Ook heeft de Europese Unie de CSRD-wetgeving geïntroduceerd. Vanaf 1 januari van dit jaar moeten beursgenoteerde bedrijven met meer dan 500 medewerkers voldoen aan de CSRD-rapportagerichtlijnen omtrent duurzaamheid. CSRD staat voor Corporate Sustainability Reporting Directive. In dergelijke duurzaamheidsrapportages moeten bedrijven niet alleen rapporteren over hun directe uitstoot (scope 1 en 2), maar ook over de impact die hun producten en activiteiten hebben in de hele waardeketen (scope 3). Voor beursgenoteerde mkb-bedrijven gaat de CSRD in vanaf 1 januari 2026.

Lees ook: Behoefte aan duurzaamheidsdata over ingredienten was nog nooit zo groot »

Ik realiseer me dat het een hele klus is voor cateringbedrijven om aan de CSRD-richtlijnen te voldoen en de uitstoot per product en gerecht in kaart te brengen. Maar het grote voordeel is dat duurzaamheid daarmee niet langer een gevoel is, maar dat het meetbaar is. In aanbestedingen maken de duurzaamheidsvinkjes plaats voor harde cijfers. Geweldig vind ik dat. Daarmee is de discussie over wat er wel en niet duurzaam is direct van tafel. Greenwashing wordt lastig, als meten weten wordt.

Ook We Canteen zet inmiddels de eerste stappen om hun impact in kaart te brengen. Of het bedrijf op basis van die data opnieuw ‘de duurzaamste’ is? Dat zullen we binnenkort weten.

Reageren op dit artikel? Stuur je reactie naar maaike@foodinspiration.nl.