Ons doorgaans egalitaire land is nu onderverdeeld in cruciale en niet-cruciale beroepen, essentiële en niet-essentiële horeca en winkels. Met deze negatieve bewoordingen krijgen lockdown-gedupeerden elke keer een trap na. Omdat taal ertoe doet, heb ik een voorstel voor een minder krenkende woordkeuze.

Foto door: Valerie Kuypers

Ik citeer de website Rijksoverheid.nl van vandaag: “Het kabinet wil het bestellen en afhalen van producten bij niet-essentiële winkels per 10 februari mogelijk maken. Hierdoor zijn producten te bestellen en af te halen op een afgesproken afhaalpunt en op een afgesproken tijdstip.” Ja zo staat het er. Zwart op wit, geschreven door onze overheid. Heb je een modewinkel, een café, een danceclub of een niet-bezorgend restaurant, dan ben je niet essentieel.

DAT STEEKT EN KRENKT

Ik heb Van Dales woordenboek er even bij gepakt. Essentieel betekent: ‘het wezen uitmakend, wezenlijk’. Kortom: heb je een essentieel bedrijf of beroep, dan ben je van wezenlijk belang. Als je het vrij vertaalt, dan doe je er dus niet toe als jouw beroep of bedrijf wordt gekwalificeerd als 'niet-essentieel'. Was ik de eigenaar van een café, een warme huiskamer voor alle geledingen van onze egalitaire samenleving, dan zou ik me gekrenkt voelen door deze kwalificatie. 

GEEN KLAGEN

Kijk, zelf heb ik geen klagen. Ik mag mij gelukkig prijzen dat ik, volgens Rijksoverheid.nl, twee cruciale bezigheden heb. Ten eerste als journalist: ik houd mij bezig met coronacommunicatie voor de horeca, “ten behoeve van informatievoorziening aan de samenleving”. In de tweede plaats ben ik raadslid in mijn gemeente. Daarom ben ik volgens Rijksoverheid.nl cruciaal omdat ik mij bezighoud met 'democratische processen'. 

IK SCHAAM ME EEN BEETJE

Eerlijk gezegd, ik geneer mij er een beetje voor dat ik dit opschrijf. Het voelt allemaal als teveel eer voor een havogediplomeerde die bovendien zijn opleiding journalistiek nooit voltooide. 

Maar vooral: het doet geen recht aan alle hardwerkende caféhouders, kledingverkopers en restaurateurs, die niet onder de cruciale beroepen worden geschaard.

RUTTE, DIT IS MIJN VOORSTEL

Omdat woorden ertoe doen, wil ik premier Mark Rutte en de zijnen voorstellen hun woordkeuze te veranderen. Voortaan spreken we van basisvoorzieningen en luxevoorzieningen, van basisberoepen en luxe beroepen. 

De verpleegkundige, de journalist, de supermarktmedewerker, de maaltijdbezorger: zij horen bij de basisberoepen. De caféhouder en de kledingverkoopster; hen scharen we onder de luxe beroepen.

Jouw café noemen we niet langer 'niet-essentieel', maar een luxe voorziening. Luxe, dat geeft een heel veel beter gevoel. Luxe; dat geeft aanmerkelijk meer perspectief voor de toekomst dan dat jouw warme huiskamer wordt aangemerkt als 'niet-essentieel'.