Zwaar noodweer hield begin juli huis bij de culinaire proeftuin en het restaurant Het Keunenhuis in Winterswijk. Een boom viel op het dak van het bedrijf van Nel Schellekens en haar man Henk. Het gevolg: schade aan het monumentale pand, een enorme hoeveelheid (keuken)apparatuur met waterschade én een container vol met handgeoogst voedsel moest worden weggegooid. “Dat deed me pijn.” Schellekens vertelt over de hulp die ze kreeg uit onverwachte hoek, ‘haar Nels Angels’, en hoe ze de door de storm omgevallen bomen nu verwerkt tot een ‘rampzalig’ menu.
Haar restaurant, een pand uit 1908, lag na de storm volledig bezaaid met sporen van de natuur: takken, zand, bladeren en water. Koelcellen, een rijpingskast, ovens, maar ook alarmsystemen begaven het door de stortregen die naar binnen sloeg. Sinds een week is het restaurant – gelegen op een landgoed van Natuurmonumenten – weer operationeel. “We hebben iedere centimeter schoongemaakt, apparatuur vervangen en buiten de boel zo goed als mogelijk opgeruimd." Nel en Henk vinden het fantastisch om weer gasten te ontvangen. “Want buiten dat het financieel noodzakelijk is om inkomen te hebben, is gasten blijmaken, wat ons ook blijmaakt.”
“Het is fantastisch hoe we door iedereen geholpen zijn." Om Schellekens een hart onder de riem te steken, startte ook Food Inspiration een crowdfundingactie: ‘Nel in de knel’. Van het ingezamelde geld kochten ze apparatuur, zodat ze nu alvast weer operationeel kunnen zijn. Dit in afwachting van de schadeafhandeling vanuit de verzekering. Schellekens weet dat ze nooit alles vergoed gaat krijgen. “Want voor apparatuur krijg je de dagwaarde, niet de oorspronkelijk aanschafwaarde. En wat voor waarde hang je aan bakken vol met de hand geoogste gedroogde bloemen, kruiden en bonen? Het was heel verdrietig om al dat werk en die liefde op de composthoop te moeten gooien." De koelcellen vol charcuterie en vlees konden ook niet meer gered worden. “Ik kook met hooi, maar ook het hooi op de hooizolder was kapot.”

Crowdfunding voor Nel Schellekens na dramatische schade door noodweer
Storm volgt op tegenslag
Schellekens vertelt openhartig over de moeilijke periode die ze achter de rug hebben. “We hadden net onze coronaschulden afgelost, dus we startten het jaar financieel gezien al met minder vlees op de botten. Toen werd Henk, mijn man, heel ziek. Begin dit jaar kreeg hij een pacemaker. Werken kon niet, maar ondertussen moesten we juist financieel weer wat buffer opbouwen. En net toen we net weer twee maanden lekker bezig waren, kwam in juli die storm. Op dat moment zakte de moed me in de schoenen.”
De avond van de storm
Schellekens blikt terug op de bewuste avond. “Ik hield het weer al goed in de gaten, omdat het hier wel vaker tekeer kan gaan in het buitengebied. Dit keer zag ik op de buienradar een roodzwarte streep op ons afkomen. Dus ik zei tegen Henk: ‘deze keer zitten we er middenin’. Er waren hagelstenen voorspeld zo groot als golfballen, dus we besloten om de nieuwe auto voor de zekerheid in de schuur te zetten. Iets wat we normaal nooit doen.”
Hagelstenen kwamen er niet, maar wel wind en enorm veel regenwater. De weg naar het bedrijf lag bezaaid met omgevallen bomen. Er viel er een bovenop het dak en ook op de schuur met de nieuwe auto. "We konden bijna niets doen zonder dat de wegen vrij waren", zegt Schellekens. "Het was chaos. Toen de storm wat was gaan liggen en ik zag wat de schade was aan het pand, raakte ik in paniek. Het voelde als een knockdown, het was simpelweg te veel. Ik ben met mijn telefoon filmpjes gaan maken, zodat ik meteen duidelijk kon maken aan onder meer Natuurmonumenten en de verzekering hoe ernstig de situatie was. Daarna ben ik met Henk een glaasje gaan drinken, omdat we het op dat moment simpelweg niet konden overzien”, vertelt ze nu met een lach.
Hartverwarmende noaberschap
“Terwijl wij in de voorkamer aan het bijkomen waren van de schrik, zag ik iemand over de omgevallen bomen naar ons toe komen. Ik dacht: ‘daar heb je de eerste ramptoerist’, maar het bleek een vriend uit het dorp die kwam helpen.” Het bleef niet bij één helper. “Voor de brandweer was het op dat moment ook teveel om te behappen.” En dus kwamen dorpsbewoners, ondernemers en vrienden – haar ‘Nels Angels’ – met emmers, waterzuigers, handdoeken, scheppen en zagen aan, terwijl in heel Winterswijk intussen een orkest van brandweersirenes en kettingzagen klonk.
Ze vertelt over vrienden die net thuis Chinees wilden gaan eten, toen ze het nieuws hoorden. “Inpakken”, riepen ze. “We gaan bij het Keunenhuis helpen.” En dus zat iedereen om 23:00 uur aan de bami. Dat noaberschap hebben we als ongelooflijk hartverwarmend ervaren.”
Veel onzichtbare schade
De experts van de verzekeringsmaatschappij kwamen kort erna langs voor een eerste inspectie, maar eerst moesten de installateurs aan de slag. “De elektriciteit moest eraf, want in combinatie met vocht staat de boel onder spanning.” De volgende ochtend werden ontvochtigers geplaatst. “Wekenlang hebben die machines dag en nacht water staan wegpompen.”
Stormschade is heel zichtbaar, maar binnengelopen water zorgt voor minstens zoveel onzichtbare schade. “Kort na de storm deed veel apparatuur het nog, maar de dagen erna begaven veel apparaten het alsnog, doordat vocht langzaam in de technische installaties sijpelt. En nog steeds is het hartstikke vochtig. Als ik nu een pak bloem of suiker opentrek, dan is dat binnen no-time een grote dikke klont.”
Rampmenu
“Ik word er heel verdrietig van om een honderdtwintig jaar oude boom weggevoerd te zien worden.” Daarom besloot Schellekens de omgevallen bomen een tweede leven te geven. Tijdens de Erfgoeddag ‘Appeltje voor de dorst’ op 21 september serveert ze een bijzonder menu met de naam ‘RampZalig’. 'Hout-cuisine', noemt ze het.
Het hout van de omgevallen eiken- en robiniabomen verwerkt ze samen met houtbewerkers tot lepels, borden, kandelaars en bijenhotels. Daarnaast gebruikt ze eikenmeel in brood, burgers, een stoofpot en in een ‘stormsoepje’. Takjes robiniahout worden gecombineerd met acaciasiroop om zoethout te maken, en van zeer fijn verzaagd eiken maakt ze rookmot om gerechten koud te roken. De ‘van hout tot goud’-gerechten worden geserveerd op het terrein van Het Keunenhuis. "Het is mooi om zoiets rampzaligs, om te kunnen buigen tot iets creatiefs.”
Over Nel Schellekens en Het Keunenhuis
Schellekens gebruikt Het Keunenhuis als culinaire proeftuin. Iedere vrijdag, zaterdag en zondag ontvangt ze er gasten en serveert hen een proeverijmenu. Achter haar ‘kookaltaar’, zoals ze het zelf noemt, vertelt ze verhalen over haar culinaire werkwijze: van kop-tot-kont, van schil tot pit, met een focus op mannenvlees en 0% waste. Ze werkt samen met lokale boeren om hun producten volledig te benutten en helpt hen bij de landbouwtransitie door nieuwe producten af te nemen. Schellekens organiseert ‘Tafelen bij Nel’, smaaklessen en lezingen, waar ze de focus legt op een eerlijk, lokaal en duurzaam voedselsysteem.