Onlangs waren mijn echtgenote en ik na een uitstapje met de auto onderweg naar huis, met achterin een van onze kleindochters. Het was al laat, we hadden honger en de autobatterij had nieuwe energie nodig. En dus ging mijn vrouw online op zoek naar een goed restaurant met laadpaal. What can possibly go wrong...?

Rik Vera is een veelgevraagd keynote spreker, auteur en adviseur op het gebied van extreme klantgerichtheid en veranderende bedrijfsmodellen. Hij geeft als trendwachter zijn kijk op de wereld en schuwt het daarbij niet om heilige huisjes omver te schoppen. In deze column deelt hij zijn verbazing over twee bijzondere opeenvolgende gastvrijheidservaringen.


We vonden al snel een restaurant dat er geweldig uitzag. Het had een Michelinster en ze waren heel erg klantvriendelijk blijkbaar. Dat stond tenminste in de geweldige review op hun website van een bekend iemand, een influencer zeg maar. De review vertelde over hoe diegene per abuis op de verkeerde dag was opgedoken, omdat die zich van datum had vergist, maar toch geholpen was. Het restaurant had spontaan een tafeltje bijgeschoven en allerlei extraatjes bedacht, zodat hij ‘het beste restaurantbezoek ooit’ had beleefd. 

Naast een sterrenkeuken en die giga-klantvriendelijkheid, was er ook een laadpaal. Hoera. We hadden beter moeten weten. Influencer marketing is vaak zo authentiek als een Disney-film: mooi in elkaar gezet, maar het script heeft weinig te maken met het echte leven. De bedenkers hopen dat we het bedrog niet doorzien en in het sprookje blijvene geloven. Dat kan lang goed gaan, totdat wij, gewone stervelingen, het echte leven beleven. En dan spat de droom al snel uiteen en blijkt de realiteit vies tegen te vallen. 

We belden en vroegen of we nog terecht konden. Voor twee personen en een kind van drie. De dame aan de telefoon klonk niet echt vriendelijk. 
“Een kind van drie??? Meneer, dit is hier een sterrenzaak hè”, zei ze steenkoud.
“Ja”, zei ik. "Ik weet dat, het staat op uw website en wij kunnen lezen. Is uw zaak kinderen-niet-toegelaten, misschien?” Er sloop wat sarcasme in mijn stem.

Stilte.

“Kunnen we reserveren?” vroeg ik. "Ik moet NU beslissen of ik de snelweg verlaat of niet.”
“Ok dan”, klonk het aan de andere zijde en we hoorden een diepe zucht.
“Volgens de GPS zijn we er binnen een halfuurtje”, zei ik zo vriendelijk mogelijk.
“Welke naam?”, vroeg de dame die steeds afstandelijker klonk.
“Vera.”
“Neeneen, de familienaam.”  Ze klonk nu alsof ze dacht dat wij de familie Flodder waren. Mijn vrouw legde sussend haar hand op mijn been, want ze wou geen scène.

Een half uur later reden we in de plenzende regen de parking op. Aan de enige laadpaal, vlakbij de ingang, stond een erg niet-elektrische Bentley. Ik moest helemaal achterin parkeren en we kwamen zeiknat binnen in een overvolle zaak. Net zoals voor die influencer hadden ze ook voor ons een tafeltje bijgeschoven, maar dan wel in een zo donker mogelijke uithoek van de zaal, want, o horror, we kwamen met een kind. We voelden ons alles behalve welkom.

Ik vroeg de gastvrouw of ze wist van wie die Bentley was, want ik moest dringend laden. De auto was van haarzelf, maar ze had nu geen tijd om die te verplaatsen, klonk het zakelijk. En neen, ze had geen kinderstoelen en neen, ze paste het menu niet aan voor kinderen. Ze rolde met de ogen. 
“We zijn een sterrenzaak, geen crèche en ge komt hier om te eten en niet om op te laden he, ge had beter bij de Van der Valk gestopt”, zei de gastvrouw op neerbuigende toon terwijl ze met afgrijzen naar de kletsnatte Converse aan mijn voeten staarde. Ik probeerde rustig te blijven.

Terwijl we na een kwartier nog steeds zaten te wachten op iemand die ons wilde bedienen in de vergeethoek waarin ze ons hadden verstopt, keek ik op mijn Tesla-app. Er was een Van der Valk op 12,7 km en er waren maar liefst 18 laadpalen vrij. We reserveerden online, stonden op, namen onze jassen en verlieten de zaak. 

Een hal fuur later stond mijn auto te laden en werden we vriendelijk ontvangen door een vrolijke studente die met een brede glimlach een kinderstoel aanschoof, nog wat extra speelgoed bracht en meteen vroeg naar de naam van onze kleindochter: Sam. “O hoe leuk” zei ze klaterend, “Dag Sam, ik heet Linde.”

Linde was gewoon wie ze was: authentiek. Het eten was best lekker. Linde bracht onze kleindochter aan het schateren en toen daarbij een glas sneuvelde, snelden twee andere jonge collega’s toe om te helpen en om een nieuwe te brengen. De ergernis over de hondsbrutale behandeling eerder op de avond was op slag verdwenen. 

Na het eten reed ik de auto voor en Linde had ondertussen een dekentje om Sam gewikkeld en hield een paraplu omhoog. We hebben Linde vriendelijk bedankt. Met een brede glimlach, een knuffel van Sam en een fikse fooi. 

Dit is een ode aan alle vrolijke studenten en studentes die niet alleen bijzondere dingen willen doen als er influencers binnenlopen of uitsluitend als er vette klanten in de zaak zitten erg klantvriendelijk zijn. Hulde aan iedereen die gewoon oprecht vriendelijk is, ongeacht wie ze voor zich hebben, omdat ze het zelf leuker vinden zo. 
 

Rik Vera is een van de vaste inspiratoren van Food Inspiration. Lees hier ook zijn eerdere column over digitaal gedoe aan de restauranttafel »