"Aan de gasten die vastzitten in het hotel verdienen we niks, maar ze zullen The James nooit vergeten."

Michiel Brandhorst is founder en hotelmanager van The James hotel in Rotterdam. Wij vroegen Michiel wat de coronacrisis voor zijn hotel en voor de hotellerie in zijn geheel betekent.

Hoe is de situatie bij The James hotel?

"We zijn van 100 procent bezetting naar 20 procent. Logisch, want er is nu geen reden om naar Rotterdam te komen. Normaal gezien hebben wij doordeweeks voornamelijk zakelijke gasten, die komen niet meer. En toeristen gaan in het weekend nu ook niet voor het plezier een weekendje naar de stad."

Wie zitten er dan in die kamers die nog bezet zijn?

"Mensen die nog voor werk in Rotterdam moeten zijn, enkele passanten en gasten die niet meer terug kunnen naar hun land. We hebben onder andere Grieken en Italianen, die zitten hier voor werk en zitten vast in het hotel omdat ze niet terug kunnen reizen naar hun eigen land. We proberen het verblijf voor hen toch zo prettig mogelijk te maken. We vragen ze wat ze missen. Een film, een gerecht, een boek, en proberen dat dan voor hen te regelen. En we hebben bedacht om voor deze gasten goudvisjes te kopen, zodat ze iets hebben om voor te zorgen en tegen te praten. Een kleine vriend in een vreemde stad. Aan deze gasten verdienen we uiteindelijk niks, maar ze zullen The James nooit meer vergeten."

Heb je er over nagedacht om het hotel helemaal te sluiten?

"Daar hebben we over getwijfeld. Dat is een afweging die je moet maken, dat is het moeilijke van ondernemerschap. Het zijn verschillende facetten waar je mee te maken hebt. Het draait om geld, het draait om veiligheid maar het draait ook om continuïteit. Ik heb deze maand nog wel genoeg reserveringen in de boeken staan om kostendekkend te kunnen werken. Non-refundable reserveringen zijn voor mij hoe dan ook geld, of de mensen nou komen of niet. Als ik nu de tent sluit, heb ik die inkomsten ook niet."

"Elke euro voelt als een garantie op dat we open kunnen blijven."

Wat zegt je gevoel?

"Het liefst zou ik nu tegen al m’n personeel willen schreeuwen: ‘Ga naar huis, blijf thuis zitten en wacht tot de storm voorbij is en dan gaan we weer aan de slag.’ Maar elke ondernemer zal ook zeggen: ik kan niks garanderen aan het eind van de storm. Zolang ik mijn hotel kan draaien, probeer ik open te zijn. Dat is mede voor m’n medewerkers. Elke euro is een soort garantie op kunnen open blijven."

Wat vinden de medewerkers er van dat je van ze verwacht dat ze blijven werken?

"Zij voelen ook dat we aan het einde van de rit met elkaar door willen gaan. We proberen ons nuttig te maken en van de nood een deugd te maken. We maken een inhaalslag met schoonmaak, geven de kamers een restyling en werken technische klusjes bij. En we proberen de lol er in te houden met elkaar. Zo hebben we onder andere de 18th floor challenge bedacht. Elke dag rennen we met het hele team naar de achttiende verdieping en terug. Ook heb ik de sportruimte beschikbaar gesteld voor het personeel. Om de beurt kunnen ze sporten en er is een kamer vrijgemaakt waar ze kunnen douchen. Ik vind het belangrijk dat mijn werknemers gezond blijven in tijden van corona, en dat ze de ruimte krijgen voor ontspanning."

"We rennen elke dag met het hele team naar de 18e verdieping en weer terug."

Wat verwacht je voor de toekomst?

"Ik hoop dat we de komende maanden open kunnen blijven en dat er richting de zomer weer glorie aan de horizon komt. Maar dit hele jaar is sowieso al verloren. Door het jaar 2020 kan je een streep heen zetten. Dit hotel is bijna twee jaar open en ik had nu eindelijk de agenda een beetje vol. Na deze crisis kan je daarmee opnieuw beginnen. Maar de vraag is of de economie weer op gang gaat komen. Zolang er geen vertrouwen is in de economie blijven mensen huiverig om te reizen. En wat ik persoonlijk nog het ergste vind, is dat we gewend waren om elkaar te knuffelen en een hand te geven. Dat is straks gewoon weg. Dat moeten we weer opnieuw leren. Dat vind ik echt heel erg."
 

Foto: Ileenja Marina Photography