Tijdens de jaarlijkse ontbijtsessie van FoodService Network op 25 november vertelden ondernemers en vernieuwers over radicale keuzes op het gebied van duurzaamheid, gezondheid, leiderschap en nieuwe businessmodellen. Maar praatjes vullen geen gaatjes. Dus draaide het om die cruciale vraag: hoe creëer je impact? Zes lessen op een rij

"Wees creatief met reststromen" -Timo Kruft, Teka Groep

Met ruim 20 locaties is de TeKa Groep één van de grootste spelers in de Nederlandse evenementen- en congresbranche. Oprichter Timo Kruft wil als sociaal ondernemer een bijdrage leveren aan de overgang naar een circulaire economie.

“Wij proberen overal waar het kan ketens te verkorten. Werken aan een korte keten binnen je bedrijf, betekent dat je verder moet denken dan ‘hoe je een lekker croissantje op ieders bord krijgt’. Zorg binnen je aanvoerketen voor een combinatie van producten van kleinschalige ondernemers en producten die je zelf maakt. Daarnaast is het belangrijk om goed te kijken naar reststromen. Vaak kun je die – met een beetje creativiteit – nog op veel manieren gebruiken. 

"Observeer de natuur"- Jan Dirk van de Voort , Remeker

Jan Dirk van de Voort is boer en de ondernemer achter Remeker. Op zijn boerderij maakt hij kaas van de melk van Jersey koeien. In 2004 stapte van de Voort over naar een volledig natuurlijke manier van werken. 

“Een duurzame voedseltransitie vraagt ons om goed te kijken naar natuurlijke systemen. De afgelopen decennia heeft de landbouw geleerd om via protocollen te werken - alles zo efficiënt mogelijk. Die werkwijze moeten we onszelf nu weer afleren, want onze huidige landbouw- en voedselproductiesystemen lopen vast. Goed kunnen observeren is belangrijk. Observeer en kijk binnen je werk naar wat de natuur je vertelt. Zodra je overstapt van efficiënt naar natuurlijk, brengt dat vele voordelen met zich mee. Bodems worden gezonder, maar ook een product krijgt meer smaak.”

"Leer door te doen" -Jouri Schoemaker, Pieter Pot

Pieter Pot is een plasticvrije online supermarkt, die boodschappen aan huis bezorgt. Oprichter Jouri Schoemaker wil de verpakkingsketen verduurzamen door de duurzame keuze ook de meest verleidelijke te maken. 

“Als je impact wil maken moet je jezelf afvragen of jouw oplossing aantrekkelijk is voor consumenten. ‘Econvenience’ noem ik dat. Doe consumentenonderzoek, pijl waar je doelgroep behoefte aan heeft en maak dan een snelle start. Learning by doing; Als jong bedrijf leer je het meeste door gewoon te doen.”

"Taalgebruik is belangrijk" - Geertje Zeegers, To good to go

Via de app Too Good To Go kunnen consumenten voor een klein bedrag eten kopen dat anders wordt weggegooid in de horeca en bij supermarkten. 

“Om een groot publiek te bereiken is positief taalgebruik volgens Country Manager Geertje Zeegers belangrijk. We strijden voor een belangrijke missie, maar houden het wel leuk. Dat begint bij de formulering en taalgebruik: ‘we gaan geen derving tegen’, maar ‘we redden eten’. Ook de term magic bags die de tasjes met overgebleven eten krijgen, draagt zo bij aan de merkbeleving. 

"Ga onconventionele samenwerkingen aan" - Hans Meyer, Zoku

Hans Meyer is de bedenker, oprichter van CitizenM hotels en de longstayformule Zoku, een concept dat inspeelt op de wensen van Urban Nomads - werkende reizigers die zich continu verplaatsen op zoek naar nieuwe uitdagingen.

“Als pionierende ondernemer is het belangrijk om positiviteit uit te dragen. Ook in periodes van moeilijkheden, zoals tijdens de COVID-19 uitbraak. Wat ik heb geleerd in deze periode is dat het belangrijk is om te blijven experimenteren. Ga onconventionele samenwerkingen aan met verschillende partijen. Ook als je denkt dat het om een tijdelijk project gaat, kunnen er concepten ontstaan voor de lange termijn. Weerbaarheid betekent niet dat je niet kapot te krijgen bent – het staat ervoor dat je in staat bent altijd nieuwe opties te creëren. 

Luister hier de Food Inspiration podcast met Hans Meyer

"Verander het perspectief" - Olaf van der Veen, Orbisk

Olaf van der Veen bedacht Orbisk; een food waste-monitor voor de horeca die analyseert welke producten er worden weggegooid. De data wordt opgeslagen in de cloud, waarna er managementrapportages rond verspillingsdetails gemaakt kunnen worden. 

“Vaak liggen er kansen op plekken waar je ze niet verwacht. Het gaat er alleen om dat je het perspectief van mensen verandert. Technologie kan daarbij helpen. Door het gebruik van data kunnen we voedselafval voorkomen. We laten chefs zien waar ze hun inkoop kunnen aanpassen. Daarnaast zijn we bezig met een voorspellend algoritme om chefs te helpen met de inkoop van morgen. Data en technologie kunnen ons helpen in de duurzaamheidstransitie. We kunnen er niet alleen mee duiden wat er gisteren mis ging, maar ook aangeven wat er morgen beter kan.”