Iedereen die van de middelbare school komt moet verplicht een jaar in de horeca werken. Klinkt wellicht als een radicaal idee, maar als je er iets langer over nadenkt is het eigenlijk best een goed plan, al zeg ik het zelf. Het personeelstekort is daarmee namelijk in een klap opgelost, jongeren leren wat hard werken is en de maatschappelijke functie van de horeca heeft daardoor toekomst. Wie kan daar nou op tegen zijn?
De horeca heeft nog altijd een personeelstekort. Volgens ABN Amro heeft zelfs 40% van de horecaondernemers tegenwoordig moeite om personeel te vinden en te behouden. Daarnaast zijn er minder jongeren die voor een food- of hospitality-opleiding kiezen, waardoor gevreesd wordt voor een nog groter tekort aan gastvrijheidsmedewerkers in de toekomst.
Tegelijkertijd is een veel gehoorde klacht - met name van 'ouderen' - dat 'jongeren' tegenwoordig niet meer hard willen werken. Dat betwijfel ik trouwens… Volgens mij willen jongeren dat best, alleen worden ze niet altijd daartoe gemotiveerd.

6 jongeren die wél in de horeca willen werken
Daarom heb ik een idee.
Sander Schimmelpenninck pleit in zijn boek ‘Sander en de brug’ voor een maatschappelijke dienstplicht. Hij stelt voor dat iedere 18-jarige zich een jaar lang moet inzetten voor de maatschappij, door middel van vrijwilligerswerk bijvoorbeeld. Schimmelpenninck wil hiermee het ‘sociale kapitaal’ van mensen vergroten en jongeren helpen om ‘zelfontplooiing te bereiken’.
Wat nou als we jongeren die dienstplicht in de horeca laten uitvoeren? Een horecadienstplicht dus, waarbij iedereen na het afronden van de middelbare school verplicht een jaar in de horeca moet werken.
De horeca is namelijk een uitstekende leerschool. Misschien zelfs wel de beste opleiding op het gebied van sociale ontwikkelingen die er is. Het zou mijns inziens ieder mens goed doen om (minimaal) een jaar in de horeca te werken. Daar leer je namelijk niet alleen koken, bedden opmaken of biertjes tappen, maar het gastvrijheidsvak leert je ook en vooral om samen te werken, om überhaupt hard te werken en om je dienstbaar op te stellen. Deze zelfontplooiing, zoals Schimmelpenninck het noemt, zou veel mensen goed doen en geeft ze een hoop inzichten waar ze de rest van hun leven profijt van hebben.
Met zo’n horecadienstplicht hebben we gelijk een deel van het personeelstekort in de horeca opgelost. Niet alleen voor de korte termijn, maar ook voor de lange termijn. Want het kan niet anders dan dat een hoop jongeren tijdens dit jaar verliefd worden op het vak en daarin blijven werken - of kiezen voor een vervolgopleiding in de gastvrijheidssector.
De horeca is de plek waar spontane ontmoetingen nog bestaan
Ook maatschappelijk gezien zie ik een hoop voordelen: in een steeds individualistischer wordende maatschappij is de horeca bij uitstek de plek waar mensen elkaar ontmoeten. Offline. De horeca wordt niet voor niets de tweede huiskamer genoemd. De plek waar spontane ontmoetingen nog bestaan. De plek waar je op date gaat, waar je je verjaardag viert, waar je rouwt en trouwt. De belangrijkste openbare plek van de maatschappij, als je het mij vraagt.
Maar de sector heeft het moeilijk. De marges zijn dun, terwijl de kosten en de prijzen in de afgelopen jaren flink gestegen zijn. Gasten blijven vaker weg vanwege die hoge prijzen. Ondernemers zien zichzelf vanwege de teruglopende winsten soms zelfs genoodzaakt om hun zaak te sluiten. De maatschappelijke waarde die de horeca heeft, verliest daarmee terrein.

Je winst verhogen met slimme prijsverlagingen op je menukaart
De horecadienstplicht kan een oplossing zijn. Want de jongeren die hun dienst draaien, worden dat jaar betaald vanuit de overheid, zo is mijn idee. Minder personeelskosten voor ondernemers = meer marge = lagere prijzen voor gasten en dus weer meer gasten die naar de horeca gaan. Win-win-win!
Hoe we dat met z’n allen gaan betalen? Schimmelpenninck stelt in zijn boek voor dat iedere jongere na het dienstplichtjaar van de overheid een jubelton krijgt om zelf te investeren in bijvoorbeeld een eigen bedrijf of een huis. Ik zou zeggen: steek dat geld in de horeca. De overheid betaalt dan dus de kosten van de horecadienstplicht. De jongeren krijgen gedurende dat jaar netjes iedere maand een marktconform salaris via hun werkgever uitbetaald; uiteraard alleen als die werkgever tevreden is over het werk, zo niet moeten ze de maand over doen.
Indirect krijgen de jongeren op die manier dus ook geld van de overheid, net als in het voorstel van Schimmelpennick, maar dan in de vorm van loon. Dat geld zal ongetwijfeld deels ook weer terugvloeien naar de horeca en resulteren in meer omzet voor horecaondernemers en BTW-inkomsten voor de overheid.
Een snelle rekensom wat ons dit gaat kosten: een CAO-conform horecasalaris voor iemand tussen de 16 en 18 jaar bij een 40-urige werkweek komt neer op een bruto jaarsalaris van zo’n €16.000,-. Er zijn volgens de Rijksoverheid jaarlijks zo’n 160.000 jongeren die hun diploma halen. Betekent een extra kostenpost van zo’n 2,6 miljard euro per jaar. Het plan van Sander Schimmelpenninck kost ongeveer 8 keer zo veel, tel uit je ‘winst’.
Het is binnenkort Prinsjesdag. Misschien kan het demissionaire kabinet mijn plan - en de daarbij behorende kosten - meenemen in de nieuwe Rijksbegroting? Natuurlijk kost het ons als maatschappij geld, maar als daardoor de maatschappelijke functie van horeca weer toekomst heeft, als daardoor jongeren voor altijd weten wat hard werken is en als daardoor de kosten in de horeca dalen, wie kan er dan op tegen zijn?!
---
Reageren op dit artikel? Stuur me gerust een mailtje: maaike@foodinspiration.nl