Vertical farming klinkt als de futuristische droomoplossing voor de voedselproblemen. Het is het ideaal van ‘maakbaar’ voedsel. Het credo is: combineer techniek met een aantal voedingsstoffen en er rollen perfecte ingrediënten uit. Er wordt inderdaad groots geïnvesteerd in de branche, maar bedenkingen zijn er ook.

Foto: Freight Farms

Vertical farming is een parapluterm voor verschillende landbouwtechnieken waarbij planten binnen onder sterk gecontroleerde omstandigheden groeien. Het binnen kweken maakt het mogelijk om op meerdere verdiepingen te produceren.

Regelmatig komen er grote investeringen in de branche voorbij. Het bedrijf Bowery ontving eind mei een investering van driehonderd miljoen, Oishii vijftig miljoen. In oktober 2020 haalde Plenty honderdveertig miljoen op. Databedrijf Dealroom raamt de totale investeringen sinds 2014 op 1,8 miljard dollar.  

Voorstanders wijzen op de efficiëntie van de teelt, en dus op de beperkte impact op het milieu: geen bestrijdingsmiddelen en een laag water- en grondgebruik. Met de zogenaamde aeroponics techniek is zelfs geen voedingsbodem nodig: de planten groeien in mist! Daarmee speelt het in op relevante consumententrends, zoals de vraag naar gezonde, duurzame producten en transparantie. 

Aanvulling op gangbare landbouw

Andere experts temperen de verwachtingen. De opstartkosten zijn hoog en nog weinig bedrijven maken winst. Ook het stroomgebruik is een struikelblok voor velen. Stroom is, afhankelijk van de regio, duur en zorgt voor veel uitstoot. Bovendien, zo beschrijft de Financial Times, kan de sector ook op lange termijn maar met een beperkt aantal productgroepen concurreren met kas- of vollegrondlandbouw.

Bladgroen, kruiden en producten met een korte houdbaarheid zoals bessen zijn geschikt voor vertical farming, maar de verwachting is dat bulkgewassen als graan of aardappelen altijd efficiënter zullen zijn in gangbare landbouw. Hoogleraar Leo Marcelis in Nederland deelt dit sentiment. Hij stelt dat vertical farms de komende tijd gangbaarder worden, maar ze slechts een aanvulling zullen vormen op gangbare landbouw.